Les 1 Vocht

Voedingsleer II - les 4
1 / 27
next
Slide 1: Slide
VoedingMBOStudiejaar 1

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Voedingsleer II - les 4

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Weekplanning
Week 1: Vocht
Week 2: Vezels en alcohol
Week 3: Zoetstoffen en e-nummers
Week 4: Vitaminen
Week 5: Mineralen
Week 6: Spoorelementen + herhaling / oefentoets
Week 7: Toets


Afsluiting: theoretische toets (deze vindt plaats in week 7 i.p.v. week 8)

Slide 2 - Slide

Vermelden welke lessen uitvallen
Lesplanning
Vocht: 
  • De functies
  • Vochtinname
  • Gevolgen van een vochttekort

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Jij kent de functies van vocht in je lichaam;
  • Jij kunt beschrijven waarvan de vochtinname afhankelijk is;
  • Jij kunt beschrijven wat de gevolgen zijn van een tekort aan vocht.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Hoe ga je de les volgen?
A
Ik volg zelfstandig de les, neem de LessonUp les door, het theorieboek en maak een samenvatting
B
Ik volg klassikaal de les

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Jouw lichaam bestaat voor een groot deel uit water. Hoeveel procent van je lichaam is water?
A
25 tot 35%
B
35 tot 45 %
C
45 tot 55%
D
55 tot 75%

Slide 6 - Quiz

Antwoord D
Waarom is water drinken gezond?
Er zijn meerdere antwoorden mogelijk

A
Omdat er geen suiker in water zit
B
Je hebt water nodig omdat het lichaam allerlei nuttige stoffen vervoert
C
Water zorgt voor de juiste temperatuur in je lichaam
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 7 - Quiz

D, alle antwoorden zijn juist
Vocht is verdeeld over het lichaam. 
65% zit in de lichaamscellen en weefsels. De rest tussen de cellen en in het bloed. 
  • Vrouwen 52% vocht
  • Mannen 63% vocht
  • Baby's 75% vocht
Vocht in je lichaam

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Functies van vocht

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

  • Bouwstof 
  • Transport
  • Oplosmiddel 
  • Temperatuurregelaar
Functies van vocht

Slide 10 - Slide

This item has no instructions



  • Bouwstof van alle cellen
  • Bevindt zich in de eiwitstructuren
  • Water zit ook tussen de cellen
  • Dient als smeermiddel bij de samentrekking van spieren
Vocht als bouwstof

Slide 11 - Slide

Water is de bouwstof van alle cellen en bevindt zich in de eiwitstructuren. Ook de ruimte tussen de cellen is opgevuld met water. Het dient als smeermiddel bij de samentrekking van spieren, zoals samentrekkende bewegingen van de maag bij de spijsvertering. 


  • Transportmiddel in de bloedbaan en lymfevaten
  • Van en naar cellen
  • Voedingsstoffen, stofwisselingsproducten, afvalstoffen, hormonen, mineralen en vitamines

Vocht als transportmiddel

Slide 12 - Slide

This item has no instructions


In water kunnen stoffen worden opgelost. 
Bijvoorbeeld kalium en natrium opgelost 
in water zorgen voor een juiste verhouding 
van water in en om cellen. Ze houden de druk (osmotische waarde) in en om de cellen in evenwicht. 

Tevens is water belangrijk voor het maken van spijsverteringssappen en voor het 'oplossen' van voedsel in het spijsverteringskanaal. 
Water als oplosmiddel

Slide 13 - Slide

This item has no instructions



  • Warmtebindend vermogen: invloeden van buitenaf hebben niet snel gevolgen voor de lichaamstemperatuur
  • Hoge verdampingswarmte: er is veel energie (warmte) nodig om te verdampen. Zoals bijvoorbeeld bij sporten of intensieve arbeid. Je lichaam kan zichzelf koelen door te zweten. 


Water als temperatuurregelaar

Slide 14 - Slide

Water heeft een sterk warmtebindend vermogen. Invloeden van buitenaf (zoals warm of koud weer) hebben niet zo snel gevolgen voor de lichaamstemperatuur.
Water heeft ook een hoge verdampingswarmte, dat wil zeggen dat er veel energie (warmte) nodig is om te verdampen. Bij sporten of intensieve arbeid produceert het lichaam veel warmte. Hierdoor gaat je lichaam zweten. Zweet is een oplossing van natrium en kalium in water. Door te zweten koelen we weer af. 

  • Lichaam bestaat voor een groot deel uit vocht
  • Belangrijk voor het functioneren van alle lichaamprocessen
  • Dorstprikkeling bij 2,0% verlies van het lichaamsgewicht
    (1,5 liter)
Vocht is belangrijk!

Slide 15 - Slide

Je lichaam bestaat dus voor een groot deel uit vocht. Zoals in de vorige slides is te zien is vocht erg belangrijk voor het goed functioneren van alle lichaamsprocessen. Door prikkeling in het 'dorst' centrum in de hersenen krijgen we dorst en willen we drinken. Dit dorstgevoel ontstaat al als ongeveer 2 % van het lichaamsgewicht (1,5 Liter) aan het lichaam onttrokken is.
Vochtbalans
Vochtverlies: 
- Ademhaling (0,3-0,4 liter per dag)
- Transpireren (0,5 L)
- Urineren (1,5 L)
- Poep (0,1 L)
- Bij ziek zijn: braken en diaree

in totaal 2,5 liter 
Vochtinname:
- Aanmaak vocht uit beschikbare waterstof en zuurstof uit verbranding van koolhydraten (0,4 L)
- Via vast voedsel (0,5 L)
- 1,5 - 2 L door drinken. 

In totaal 2,5 liter

Slide 16 - Slide

Er moet een evenwicht zijn tussen de hoeveelheid water die we per dag verliezen en de hoeveelheid water die we perdag opnemen. 

Wanneer je minder vocht binnen krijgt dan nodig, dan lost je lichaam dit op door minder urine te produceren. De urine zal meer afvalstoffen bevatten en daardoor donkerder van kleur zijn. 
Opdracht
Wat zijn de gevolgen van een vochttekort of juist van een overmatige vochtinname? Zoek dit op en vul de tabel in. 
Kort termijn
Lang termijn
Welke doelgroepen/ omstandigheden leiden hiertoe?
Vochttekort
Overmatige vochtinname

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Wat gebeurd er als je te weinig vocht binnenkrijgt?

Slide 18 - Mind map

This item has no instructions

Te lang niets gedronken? ->  Uitdroging
Uitdrogingsverschijnselen zijn: 
  • dorst
  • sufheid
  • zwakte
  • verwardheid
  • minder zweten
  • minder plassen
  • minder elasticiteit van de huid
  • flauwvallen door verlaging van de bloeddruk (extra belastend voor hart)

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Te veel vocht?
Kan leiden tot: 
  • Een te laag gehalte aan zouten in het bloed;
  • Ritmestoornissen in het hart;
  • Vochtophoping in de hersenen. 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

In welke situaties heb je
meer vocht nodig?

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Situaties waarin je meer vocht nodig hebt
  • Zwangere vrouwen
  • Borstvoeding geven
  • Alcohol drinken (relatief veel)
  • Intensief sporten
  • Warme dagen
  • Zout eten of eten met veel eiwitten
  • Bij ziekte

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Opdracht
Onderzoek de ADH van vocht voor verschillende doelgroepen: 
  • Baby's en jonge kinderen (0-3 jaar)
  • Kinderen (3-13 jaar)
  • Pubers (14-17 jaar)
  • Jongvolwassenen (18-30 jaar)
  • Volwassenen (31-50 jaar)
  • Ouderen (50+ jaar)
  • Zwangere en lacterende vrouwen
  • Sporters of mensen met een fysiek actieve levensstijl
Noteer welke factoren invloed hebben op de vochtbehoefte van de doelgroep. 

Slide 23 - Slide

1. Baby's en jonge kinderen (0-3 jaar)
ADH vocht: Ongeveer 800-1200 ml per dag, afhankelijk van leeftijd en gewicht.
Belangrijke factoren: Baby's krijgen vocht uit moedermelk of kunstvoeding; vanaf 6 maanden kan er water of verdund sap worden toegevoegd.

2. Kinderen (4-13 jaar)
ADH vocht: Ongeveer 1-1,5 liter per dag, afhankelijk van leeftijd en geslacht.
Belangrijke factoren: Groeiende kinderen hebben meer vocht nodig, vooral bij verhoogde lichamelijke activiteit.

Pubers (14-17 jaar)
ADH vocht: Ongeveer 1,5-2 liter per dag voor meisjes en 1,7-2,5 liter per dag voor jongens.
Belangrijke factoren: In deze leeftijdsgroep stijgt de vochtbehoefte door groeiversnellingen, hormonale veranderingen, en vaak hogere fysieke activiteit. Het dorstgevoel is in deze fase ook sterk aanwezig, maar pubers hebben soms begeleiding nodig om gezonde keuzes te maken in hun vochtinname.

3. Jongvolwassenen (18-30 jaar)
ADH vocht: Ongeveer 2-2,5 liter per dag (voor vrouwen ongeveer 2 liter en voor mannen rond 2,5 liter).
Belangrijke factoren: Activiteitenniveau, metabolisme en lichaamsgewicht kunnen de behoefte verhogen.

4. Volwassenen (31-50 jaar)
ADH vocht: Ongeveer 2-2,5 liter per dag (voor vrouwen 2 liter, voor mannen 2,5 liter).
Belangrijke factoren: Bij een zittende levensstijl kan de behoefte lager zijn, maar lichamelijke activiteit of warm klimaat verhoogt deze.

5. Ouderen (50+ jaar)
ADH vocht: Ongeveer 1,7-2 liter per dag.
Belangrijke factoren: Ouderen hebben vaak een verminderd dorstgevoel en kunnen hierdoor sneller uitgedroogd raken; ook bepaalde medicijnen verhogen de vochtbehoefte.

6. Zwangere en lacterende vrouwen
ADH vocht tijdens zwangerschap: Ongeveer 2,3 liter per dag.
ADH vocht tijdens borstvoeding: Ongeveer 2,7 liter per dag.
Belangrijke factoren: Borstvoeding kost extra vocht, omdat er vocht verloren gaat via de melkproductie.

7. Sporters of mensen met een fysiek actieve levensstijl
ADH vocht: Afhankelijk van de intensiteit, gemiddeld 2,5-3,5 liter per dag, met mogelijk extra vochtinname na training.
Belangrijke factoren: Intensieve lichaamsbeweging, zweten en spieropbouw verhogen de vochtbehoefte aanzienlijk.
Wat wordt er in de Schijf van Vijf geadviseerd?

Slide 24 - Open question

This item has no instructions

Schijf van Vijf
Niet in de Schijf van Vijf

Slide 25 - Drag question

This item has no instructions

Dit is het einde van de les.
Wat heb je vandaag geleerd?

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Leerdoelen
  • Jij kent de functies van vocht in je lichaam
  • Jij kunt beschrijven waarvan de vochtinname afhankelijk is
  • Jij kunt beschrijven wat de gevolgen zijn van een tekort aan vocht

Slide 27 - Slide

This item has no instructions