17. Je kunt uitleggen hoe de verhouding tussen koloniën en moederlanden veranderde onder invloed van de industriële revolutie.
18. Je kunt uitleggen welke politieke, ideologische en economische motieven een rol speelden bij het opkomen (Azië) en uitbreiden (Afrika) van het modern imperialisme.
19. Je kunt beschrijven hoe Nederland als koloniale machthebber in het toenmalige Nederlands-Indië vormgaf aan het modern imperialisme.