warmte hoofdstuk 5 par 2 en 3

Warmte hst 5 les 3
1 / 36
next
Slide 1: Slide
naskMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 36 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Warmte hst 5 les 3

Slide 1 - Slide

Electrische Warmtebronnen:

  • Er zijn veel elektrische apparaten die  elektrische  Energie kunnen omzetten in  warmte Energie.
  • voorbeelden van warmtebronnen die werken op elektrische  energie:
     - koken met elektrisch fornuis, (noem elektrisch erbij in dit geval!!!)
    - een strijkijzer,

Slide 2 - Slide




  • is er te weinig zuurstof dan ontstaat er ook koolstofmonoxide
  • koolstofmonoxide is dodelijk
5.2 Chemische verbranding
 in cv ketel: er moet genoeg zuurstof zijn 
Goed= er is voldoende zuurstof: 

  • aardgas+ zuurstof--> koolstofdioxide + waterdamp
  • je ziet een blauwe vlam
Fout= er is onvoldoende zuurstof: 
  • aardgas + zuurstof--> waterdamp+ koolstofmonoxide + roet
  • je ziet een gele vlam
  • koolstofmonoxide is een dodelijk, zwaar, kleurloos en geurloos gas

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Warmte hst 5 les 3

Slide 5 - Slide

Behandeld tot nu toe:
- wat in energie is
- Welke soorten energie er zijn
- energie omzettingen
- Elektrische warmbronnen / chemische warmte bronnen




Slide 6 - Slide

Lesdoelen:
Na deze les weet je:
- Ken je de verbrandingsdriehoek
- weet je hoe je een brand kunt blussen
- welke soorten warmte transport er zijn 



Slide 7 - Slide

Transport van Warmte
warmte verspreid zich van een hoge temperatuur naar een lage temperatuur= warmtestransport

- Geleiding
- Stroming
- Straling

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

warmtetransport via stroming
  • gassen en vloeistof kunnen warmte transporteren(=vervoeren) via stroming
  • warme gassen  of vloeistoffen stijgen 
  • koude gassen en vloeistoffen dalen

Slide 10 - Slide

Stroming
beweging van lucht door warmte: convectie

Slide 11 - Slide

warmtetransport via straling
  • warmtestraling = infraroodstraling of i.r.
  • voor warmtetransport via straling is géén tussenstof nodig
  • donkere en doffe voorwerpen nemen makkelijk i.r. op en worden warmer
  • glimmende en lichte voorwerpen weerkaatsen veel i.r. straling

Slide 12 - Slide

Warmteverlies
Door gaten, kieren en openstaande deuren en ramen
verdwijnt warmte via stroming.

Door muren, dichte ramen en deuren
gaat warmte door geleiding naar buiten.

Warmteverlies gaat door straling door al het glas.

Slide 13 - Slide

verbrandingsdriehoek

Slide 14 - Slide

blussen




1. afkoelen tot onder ontbrandingstemperatuur
2. zuurstof weghalen
3. brandstof weghalen

Slide 15 - Slide

programma  3 maart
  • toets hst 5 op 6 maart 
  • vragen over test jezelf?
  • bespreken test jezelf
  • afmaken practicumdossier?
  • oefenquiz?

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video

je donzen dekbed voorkomt dat jij warmte verlies via
A
straling
B
geleiding
C
stroming

Slide 18 - Quiz

Wat koelt het snelste af?
1 L warm water in
A
in een metalen pan met een groot oppervlakte
B
in een metalen diepe pan met een klein oppervlakte
C
in een glazen schaal met een groot oppervlakte
D
in een diepe glazen schaal met een klein oppervlakte

Slide 19 - Quiz

In de centrale verwarming zit water, dat zorgt dat er warmtetransport is door
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 20 - Quiz

welke manier van warmtetransport merk je vooral als je hand boven een vlam is?
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 21 - Quiz

Welke vorm van warmtetransport gebruikt de zon om de aarde te verwarmen?
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 22 - Quiz

welke manier van warmtetransport merk je als je vingers vlak naast een vlam zijn?
A
geleiding
B
stroming
C
straling

Slide 23 - Quiz

Er is contact tussen twee vaste stoffen. De warmte gaat van de ene vaste stof naar de andere vaste stof.
Welke warmteoverdracht bedoelen we hier?
A
straling
B
stroming
C
geleiding

Slide 24 - Quiz

Als aardgas niet volledig verbrandt, ontstaat er een giftige stof.
welke stof is dit?
A
koolstofdioxide
B
kalkwater
C
roet
D
koolstofmonoxide

Slide 25 - Quiz

Wat is de brandstof in een cv-ketel?
A
Aardgas
B
houtskool
C
hout
D
water

Slide 26 - Quiz

Waar mee kun je koolstofdioxide aantonen
A
kalkwater
B
kopersulfaat
C
gloeiende houtspaander

Slide 27 - Quiz

Wat is het gevaar van koolstofmonoxide
A
giftig
B
het is niet gevaarlijk
C
je ziet het niet
D
je ruikt het niet

Slide 28 - Quiz

als je graag wilt dat de radiator zoveel mogelijk warmte uitstraalt kan die het beste:
A
wit en glimmend geverfd worden
B
wit en dof geverfd worden
C
zwart en glimmend geverfd worden
D
zwart en dof geverfd worden

Slide 29 - Quiz

Als je een brand blust met water, dan dooft het vuur omdat:
A
je de zuurstof weg haalt
B
je de brandstof weg haalt
C
water een niet brandbaar laagje over je huis legt
D
je afkoelt tot onder de ontbrandingstemperatuur

Slide 30 - Quiz

Om een brand te blussen, heb je zuurstof nodig.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 31 - Quiz

Welke brand kan je beter niet met water blussen?
Geef meerdere antwoorden.
A
Vlam in de pan
B
Schoorsteenbrand
C
Benzinebrand
D
Brandend staalwol

Slide 32 - Quiz

Een gasleiding is in brand geraakt. Om de brand te blussen draait de brandweer de gaskraan dicht.
Welke voorwaarde voor verbranding haalt de brandweer weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Temperatuur

Slide 33 - Quiz

Ik zet een potje over een brandende kaars. De kaars gaat uit. Welk onderdeel van de branddriehoek haal ik weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Ontbrandings-temperatuur

Slide 34 - Quiz

Wat is geen voorwaarde van de branddriehoek?
A
Brandstof
B
Warmte
C
Lucht
D
Zuurstof

Slide 35 - Quiz

Ik blaas een kaars uit. Welk onderdeel van de branddriehoek haal ik hier weg?
A
Brandstof
B
Zuurstof
C
Ontbrandings-temperatuur

Slide 36 - Quiz