What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Staal groep 8 blok 5 week 4 les 1
Staal groep 8 blok 5 week 4 les 1
Welkom!
Vandaag gaan we leenwoorden herhalen.
Vervolgens doen we een dictee en herhalen we woordsoorten.
1 / 39
next
Slide 1:
Slide
Spelling
Basisschool
Groep 8
This lesson contains
39 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Staal groep 8 blok 5 week 4 les 1
Welkom!
Vandaag gaan we leenwoorden herhalen.
Vervolgens doen we een dictee en herhalen we woordsoorten.
Slide 1 - Slide
Dit is het rijtje met de laatste leenwoorden die jullie hebben geleerd. Bekijk ze nog eens goed.
Slide 2 - Slide
Vul één van de nieuwe leenwoorden in:
Wij reden met elkaar in onze .....naar de camping.
Slide 3 - Open question
Vul één van de nieuwe leenwoorden in:
Omdat hij de allersnelste was, heeft hij een gouden ..........gewonnen.
Slide 4 - Open question
Vul één van de nieuwe leenwoorden in:
Omdat zij in goede conditie wil blijven, doet zij dagelijks aan .........
Slide 5 - Open question
Vul één van de nieuwe leenwoorden in:
De ..............liet hen wel twintig rondjes om het veld rennen.
Slide 6 - Open question
Vul één van de nieuwe leenwoorden in:
Vanwege een forse overtreding binnen het zestienmetergebied, besloot de scheidsrechter tot een...
Slide 7 - Open question
klik op het speakertje
Welke categorie is de eerste klankgroep van het woord?
A
tremawoord
B
leenwoord
C
langermaakwoord
D
caféwoord
Slide 8 - Quiz
De goede antwoorden was:
leenwoord: racen
Slide 9 - Slide
klik op het speakertje
Welke categorie is de derde klankgroep van het woord?
A
tremawoord
B
onbeklemtoond meervoud
C
kilowoord
D
klankgroepenwoord
Slide 10 - Quiz
De goede antwoorden was:
onbeklemtoond meervoud: leeuweriken
Je schrijft maar 1 k, omdat de klankgroep ri niet beklemtoond is. De klemtoon ligt op leeuw.
Slide 11 - Slide
Welke werkwoordsvorm moet je kiezen?
Jij ...........(baden).
A
baad
B
baadt
C
baat
D
baatt
Slide 12 - Quiz
Welke werkwoordsvorm moet je kiezen?
............. jij? (baden).
A
baad
B
baadt
C
baat
D
baatt
Slide 13 - Quiz
Welke werkwoordsvorm moet je kiezen?
............. het vogeltje? (baden).
A
baad
B
baadt
C
baat
D
baatt
Slide 14 - Quiz
Welke werkwoordsvorm moet je kiezen?
............. jij het vogeltje? (bespieden).
A
bespiet
B
bespiedde
C
bespiedden
D
bespiedt
Slide 15 - Quiz
Welke werkwoordsvorm moet je kiezen?
............. je buurman ons? (bespieden).
A
bespiet
B
bespiede
C
bespiedden
D
bespiedt
Slide 16 - Quiz
Welke werkwoordsvorm moet je kiezen?
............. jij het vogeltje? (baden).
A
bespiet
B
bespiedde
C
bespiedden
D
bespiedt
Slide 17 - Quiz
het dictee!
Klik op het speakertje om het woord of de zin te horen.
Slide 18 - Slide
het dictee
Klik op het speakertje.
Slide 19 - Open question
het dictee
Klik op het speakertje.
Slide 20 - Open question
het dictee
Klik op het speakertje.
Slide 21 - Open question
het dictee
Klik op het speakertje.
Slide 22 - Open question
het dictee
Klik op het speakertje.
Slide 23 - Open question
het dictee
Klik op het speakertje.
Slide 24 - Open question
Hoe zat het ook alweer met woordsoorten?
Slide 25 - Slide
Hoe zat het ook alweer met woordsoorten?
Slide 26 - Slide
Hoe zat het ook alweer met woordsoorten?
Slide 27 - Slide
Welk woord is
adellijke
?
A
zelfstandig naamwoord
B
werkwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 28 - Quiz
Welk woord is
status
?
A
zelfstandig naamwoord
B
voegwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 29 - Quiz
Welk woord is
waardoor
?
A
zelfstandig naamwoord
B
voegwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 30 - Quiz
Ridders waren gedisciplineerd, waardoor ze een militair overwicht hadden.
Welk woord is
waardoor
?
A
zelfstandig naamwoord
B
voegwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 31 - Quiz
Ridders waren gedisciplineerd, waardoor ze een militair overwicht hadden.
Welk woord is
militair
?
A
zelfstandig naamwoord
B
voegwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 32 - Quiz
De militair was erg humeurig.
Welk woord is
militair
?
A
zelfstandig naamwoord
B
voegwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 33 - Quiz
Ridders waren gedisciplineerd, waardoor ze een militair overwicht hadden.
Welk woord is
ze
?
A
zelfstandig naamwoord
B
voegwoord
C
persoonlijk voornaamwoord
D
bijvoeglijk naamwoord
Slide 34 - Quiz
het werkboek
Slide 35 - Slide
het werkboek
1
2
Slide 36 - Slide
het werkboek
Slide 37 - Slide
De 3 sterren opdracht.
Daar moeten jullie zelf maar op broeden. Dat lukt vast wel!
Slide 38 - Slide
Dit was de les!
Succes met het maken van alle opdrachten.
Vergeet de lessen op Gynzy niet.
Slide 39 - Slide
More lessons like this
Staal groep 8 blok 5 week 4 les 2
April 2022
- Lesson with
37 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Staal groep 8 blok 6 week 1 les 1
March 2022
- Lesson with
43 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Staal groep 8 blok 5 week 2 les 4 VERBETERDE VERSIE
March 2022
- Lesson with
34 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Staal groep 8 blok 5 week 3 les 1
January 2021
- Lesson with
38 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Staal groep 8 blok 5 week 3 les 2
November 2022
- Lesson with
19 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Staal groep 8 blok 5 week 4 les 4
February 2022
- Lesson with
24 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Staal groep 8 blok 5 week 1 les 2
January 2021
- Lesson with
25 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8
Staal groep 8 blok 5 week 1 les 4
April 2022
- Lesson with
28 slides
Spelling
Basisschool
Groep 8