Les 5.2 Gemiddelde snelheid (deel 2)

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t, mavo, havo
• Leerjaar 2

Les 5.2 Gemiddelde snelheid (deel 2)

Planning

• Nakijken 1 t/m 6 blz 19
• Les 5.2 deel 2
• Maken opgaven
• Nakijken opgaven

Maken 1 t/m 6 blz 19

1

1

2

• a. meter, seconde
• b. kilometer per uur

3

• a. 

3

• a.

•  b. De gemiddelde snelheid komt lager uit doordat de auto af en toe stilstaat (bijvoorbeeld als de inzittenden even pauze nemen) of langzamer rijdt (bijvoorbeeld in een file).

Gegeven + gevraagd	Uitwerking
s = 1100 km t = 13 h v = ?	v = s : t v = 1100 : 13 v = 85 km/h

4

• 15 m/s = 54 km/h                (15 x 3,6)
• 7,5 m/s = 27 km/h                (7,5 x 3,6)
• 20 m/s = 72 km/h                (20 x 3,6)
• 6,2 m/s = 22,32 km/h                (6,2 x 3,6)

5

• a.

5

• a.

•  b. 12,5 x 3,6 = 45 km/h

Gegeven + gevraagd	Uitwerking
s = 500 m t = 40 s v = ?	v = s : t v = 500 : 40 v = 12,5 m/s

6 : hardlopen (dames)

6 : hardlopen (dames)

Gegeven + gevraagd	Uitwerking
s = 400 m t = 47,6 s v = ?	v = s : t v = 400 : 47,6 v = 8,40 m/s v = 8,40 × 3,6 = 30,24 km/h

6 : vrije slag zwemmen (heren)

6 : vrije slag zwemmen (heren)

Gegeven + gevraagd	Uitwerking
s = 200 m t = 1 min, 44 s = 60 + 44 = 104 s v = ?	v = s : t v = 200 : 104 v = 1,92 m/s v = 1,92 × 3,6 = 6,91 km/h

6 : schaatsen (dames)

6 : schaatsen (dames)

Gegeven + gevraagd	Uitwerking
s = 1500 m t = 1 min, 54 s = 60 + 54 = 114 s v = ?	v = s : t v = 200 : 104 v = 13,16 m/s v = 13,2 × 3,6 = 47,38 km/h

Les 5.2 deel 2

Afstand berekenen

Voorbeeldopgave 3

Tom rijdt een flinke afstand op zijn racefiets. Na drieënhalf uur fietsen kijkt hij op zijn fietscomputer. Hij ziet dat zijn gemiddelde snelheid 28 km/h is. Welke afstand heeft Tom in drieënhalf uur afgelegd?

Voorbeeldopgave 3

Tom rijdt een flinke afstand op zijn racefiets. Na drieënhalf uur fietsen kijkt hij op zijn fietscomputer. Hij ziet dat zijn gemiddelde snelheid 28 km/h is. Welke afstand heeft Tom in drieënhalf uur afgelegd?

Els gaat een rondje lopen. Zij loopt flink door en heeft een gemiddelde snelheid van 5,8 km/h. Ze besluit anderhalf uur te lopen. Welke afstand heeft Els in anderhalf uur afgelegd?
Voer je antwoord (met eenheid) in.

Antwoord opgave

Els gaat een rondje lopen. Zij loopt flink door en heeft een gemiddelde snelheid van 5,8 km/h. Ze besluit anderhalf uur te lopen. Welke afstand heeft Els in anderhalf uur afgelegd? Voer je antwoord (met eenheid) in.

Trucje om formule om te schrijven

Maken: 7, 8 en 9 (vanaf blz 20)

7

• a. 4 tussenruimtes, dus 4 x 100 = 400 m
• b.

7

• a. 4 tussenruimtes, dus 4 x 100 = 400 m

• b.

Gegeven + gevraagd	Uitwerking
s = 400 m t = 10 s v = ?	v = s : t v = 400 : 10 v = 40 m/s v = 40 x 3,6 = 144 km/h

7

• c.

Gegeven + gevraagd	Uitwerking
t = 10 s v = 90 km/h = 90 : 3,6 = 25 m/s s = ?	s = v . t s = 25 x 16 s = 400 m Fardaus vader spreekt de waarheid

7

• c.

8

• a. 2,5 cm. Dus: 2,5 x 2,0 = 5,0 m in de werkelijkheid

• b.

8

• a. 2,5 cm. Dus: 2,5 x 2,0 = 5,0 m in de werkelijkheid

• b.

Gegeven + gevraagd	Uitwerking
s = 5 m t = 3 s v = ?	v = s : t v = 5 : 3 v = 1,7 m/s v = 1,7 x 3,6 = 6,1 km/h

8

• c.  6,5 cm. Dus: 6,5 x 2,0 = 13 m in de werkelijkheid

8

• c.  6,5 cm. Dus: 6,5 x 2,0 = 13 m in de werkelijkheid

Gegeven + gevraagd	Uitwerking
s = 13 m t = 3 s v = ?	v = s : t v = 13 : 3 v = 4,3 m/s v = 4,3 x 3,6 = 15,5 km/h

9

• a.

9

• a.

Gegeven + gevraagd	Uitwerking
v = 165 km/h t = 3 h s = ?	s = v . t s = 165 x 3 s = 495 km

9

• a.

• b. De benodigde tijd zal dan korter worden. Dus dan gaat de gemiddelde snelheid omhoog. 

Gegeven + gevraagd	Uitwerking
v = 165 km/h t = 3 h s = ?	s = v . t s = 165 x 3 s = 495 km