De dertien koloniën aan de oostkust van Noord-Amerika vormden slechts een deel van het Britse rijk in Amerika. Andere Engelse plantagekoloniën in het Caribische gebied, zoals
Barbados en Jamaica, waren winstgevender. Alle Engelse koloniën maakten gebruik van de arbeid van slaafgemaakten, maar in de
zuidelijke plantagekoloniën vormden zij een groter deel van de bevolking. De
driehoekshandel, waarvoor de Engelsen de
Royal African Company oprichtten, was lucratief.