Spelling G.O. 2 - les 4 : cat. 16 's meervoud, cat. 18 colawoord, au-plaat

G.O. 2.4 - les 4
Spelling
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsBasisschoolGroep 5-8

This lesson contains 12 slides, with text slides.

Items in this lesson

G.O. 2.4 - les 4
Spelling

Slide 1 - Slide

Wat is Staal?

Slide 2 - Slide

Wat weten we straks?
Wat weten we van de vorige weken?
11. Verkleinwoord

4. Plankwoord
3. Luchtwoord
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.

Slide 3 - Slide

Wat weten we straks?
Wat weten we van vorige weken?
26. garagewoord

5. eer-oor-eur
ei-ij plaat
Ik ken de ei-ij woorden.
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.

Slide 4 - Slide

Wat weten we straks?
Wat weten we van de vorige weken?
14. komma -s- woord

7. eeuw-ieuw woord
6. aai-ooi-oei woord
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.

Slide 5 - Slide

Wat weten we straks?
Wat leren we vandaag?
Au-plaat
18. Colawoord
16. 's meervoud
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.
Ik ken de regel en ik kan het toepassen.
Ik ken de au-woorden.

Slide 6 - Slide

Categorie 16: 
's meervoud
Regel:
Komma-s woord: Meervoud en lange klank, y of i aan het eind: komma s behalve bij ee.

Voorbeeld:
  • Kassa - kassa's
  • Baby - baby's

Filmpjes
Link naar: Nederlandse School in Bethesda
Link naar: Meester Jasper

Slide 7 - Slide

Categorie 18: 
Colawoord
Regel:
Colawoord. Ik hoor de /k/, maar ik schrijf de c

Voorbeelden: 
  • Actie
  • Code

Filmpjes:
Link naar: Nederlandse School in Bethesda
Link naar: Meester Jasper

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Spel 1: Schrijf je rot!
  1. Maak groepjes van 3.
  2. Kom met je groepje naar mij.
  3. Ga met je groepje aan een tafel zitten. 
  4. Verdeel het blad in 3 delen.
  5. Juf zegt start: schrijf zoveel mogelijk woorden op die bij de categorie horen (1,5 min.). 
  6. Na 1,5 min:  een andere categorie.
Regels
  1. Gebruik je groepjesstem.
  2. Iedereen moet 1x geschreven hebben. 

Slide 11 - Slide

Opdracht 2: Dictee buddy's
  1. Loop langs de tafels met bladen.
  2. Lees de woorden. Onthoudt woorden die jij moeilijk vindt.
  3. Schrijf een dictee voor je buddy. Van elke categorie 5 woorden (totaal 15).  
  4. Dictee klaar? Vraag aan je buddy of je het mag afnemen. 
  5. Kijk het dictee van je buddy na. De fouten leg je uit. Vertel hoe het WEL moet.
  6. Lever de gemaakte dictees in bij het vak Nederlands.
Regels
  1. Als je langs de tafels loopt, is je mond dicht!! Zo niet, consequenties.
  2. Op je dictee komt je eigen naam, de naam van je buddy en het leerplein.
  • Mijn naam: ....
  • Naam buddy: .....
  • Leerplein:.....
  3. Als je het dictee doet lees je zachtjes voor. 
  4. Ik wil niets anders horen dan het dictee of uitleg.
Tip: Gebruik de PowerPoint voor de regels.

Slide 12 - Slide