Herhaling 5.1 - 5.4

NaSk - Elektriciteit
Herhaling
1 / 22
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

NaSk - Elektriciteit
Herhaling

Slide 1 - Slide

Instructie
Lees de vragen goed en geef antwoord op de vragen

Je hebt het volgende nodig:
- Papier
- Pen
- Rekenmachine

Slide 2 - Slide

Hoe noemen we de stoffen die elekticiteit niet goed geleiden?
A
stroom
B
statische energie
C
isolator
D
geleiders

Slide 3 - Quiz

De spanning zegt iets over:
A
Hoeveel elektrische stroom er 'stroomt'
B
Hoe snel de stroom stroomt
C
Hoeveel energie de stroom overbrengt
D
Hoeveel energie elk stroomdeeltje heeft

Slide 4 - Quiz

De stroomsterkte zegt iets over:
A
Hoeveel elektrische stroom er 'stroomt'
B
Hoe snel de stroom stroomt
C
Hoeveel energie de stroom overbrengt
D
Hoeveel energie elk stroomdeeltje heeft

Slide 5 - Quiz

Sabine heeft 6 batterijen, van 1,5 V. Ze sluit de batterijen aan in serie.

Hoeveel volt leveren de batterijen samen?

Slide 6 - Open question

Hoeveel volt leveren de batterijen samen?

(elke batterij levert 1,5 V)
A
0 Volt
B
1,5 Volt
C
4 Volt
D
6 Volt

Slide 7 - Quiz

Hoeveel volt krijgt elk lampje?

(elke batterij levert 1,5 V)
A
0 Volt
B
1,5 Volt
C
4 Volt
D
6 Volt

Slide 8 - Quiz

Kijk naar de schakeling hiernaast. De lampjes zijn gelijk.

Welk(e) lampje(s) gaan ook uit wanneer je lampje 1 los draait?
A
Alleen 1
B
2 en 3
C
Allemaal
D
Geen ander

Slide 9 - Quiz

Kijk naar de schakeling hiernaast. De lampjes zijn gelijk.

Welk(e) lampje(s) gaan ook uit wanneer je lampje 3 los draait?
A
Alleen 1
B
Alleen 2
C
Allemaal
D
Geen ander

Slide 10 - Quiz

Kijk naar de schakeling hiernaast. De lampjes zijn gelijk.

Welk(e) lampje(s) gaan ook uit wanneer je lampje 4 los draait?
A
Alleen 1
B
2 en 3
C
Allemaal
D
Geen ander

Slide 11 - Quiz

In een serie schakeling, de ... is overal hetzelfde
A
Stroomsterkte
B
Spanning
C
Energie
D
Vermogen

Slide 12 - Quiz

The totale spanning is 63 V en de stroomstertke is 5 Ampere.
Hoeveel volt krijgt elk lampje?
And hoe groot is de stroomsterkte door elk lampje?
A
Elk lampje krijgt 63 V en 5 A
B
Elk lampje krijgt 63 V en 1,0 A
C
Elk lampje krijgt 9 V en 5 A
D
Elk lampje krijgt 9 V en 1,0 A

Slide 13 - Quiz

De spanning door lampje 1 is 12 V en de spanning door lampje 3 is 8 V.
Hoe groot is de spanning door lampje 4 en 5?
A
16 V
B
8 V
C
26 V
D
12 V

Slide 14 - Quiz


400 mA = ... A
A
4
B
0.4
C
0.04
D
0.004

Slide 15 - Quiz


0.5 V = ... mV
A
5 A
B
50 A
C
500 A
D
5000 A

Slide 16 - Quiz

Stroom
draad

Batterij
Lampje
Schakelaar
Motor
Spannings
Bron

Slide 17 - Drag question

Quantity
Eenheid
Symbool
symbool
Vermogen
Stroom
Spanning
P
I
V
Ampère
A
W
U
Watt
Volt

Slide 18 - Drag question

The correcte formule is:
A
P=U+I
B
P=UI
C
P=UI
D
P=UI

Slide 19 - Quiz

Wat is het vermogen?
A
230 Volt
B
0,3 Ampere
C
9 Volt
D
6 Watt

Slide 20 - Quiz

Bereken het vermogen van de motor.

A
0,0015 W
B
1,5 W
C
0,25 mA
D
2500 A

Slide 21 - Quiz

What don't you understand yet?
(and needs to be explained again)

Slide 22 - Open question