Révision passé composé / imparfait

Le passé composé
1 / 33
next
Slide 1: Slide
FransSecundair onderwijs

This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Le passé composé

Slide 1 - Slide

Passé composé
1. être(!) / avoir
2. participe passé 
* -ER -> é
* -IR -> i
* -RE -> u
* verbes irréguliers !!!
3. (!) accord du participe passé : +e / +s

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Je (écouter)

Slide 5 - Open question

Elle (finir)

Slide 6 - Open question

Ils (attendre)

Slide 7 - Open question

Il (partir)

Slide 8 - Open question

Tu (prendre)

Slide 9 - Open question

Vous (voir)

Slide 10 - Open question

Nous (descendre)

Slide 11 - Open question

Je (lire)

Slide 12 - Open question

Elle (naître)

Slide 13 - Open question

Les traductions!

Slide 14 - Slide

Zij is naar boven gegaan

Slide 15 - Open question

Wij zijn vertrokken

Slide 16 - Open question

Jij hebt gehad

Slide 17 - Open question

Ik heb gemaakt

Slide 18 - Open question

De meisjes hebben geslapen

Slide 19 - Open question

De meisjes hebben geslapen

Slide 20 - Open question

Lisa is gebleven

Slide 21 - Open question

L'imparfait

Slide 22 - Slide

Quelle est la règle de l'imparfait
A
forme 'nous' à l'ind.prés +ais/ais/ait/ions/iez/aient
B
INFINITIF + ais/ais/ait/ions/iez/aient
C
INFINITIF - ER + e/es/e/ons/ez/ent
D
être/avoir à l'ind.prés. + participe passé

Slide 23 - Quiz

PSSSSSST...
DUS het is super belangrijk dat je ook voor deze tijd de vervoegingen in de indicatif présent goed kent!

Slide 24 - Slide

Il y a UN verbe irrégulier à l'imparfait, lequel?

Slide 25 - Open question

Tu (habiter)

Slide 26 - Open question

Elle (sortir)

Slide 27 - Open question

Nous (vendre)

Slide 28 - Open question

Vous (avoir)

Slide 29 - Open question

Ils (finir)

Slide 30 - Open question

Je (faire)

Slide 31 - Open question

Nous (étudier)

Slide 32 - Open question

Vous (mettre)

Slide 33 - Open question