Getallen 0 tot 1000

Les chiffres 0 - 1000

1 / 11

Slide 1: Slide

FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 11 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 15 min

Items in this lesson

Les chiffres 0 - 1000

Slide 1 - Slide

Ken je de getallen nog?

Slide 2 - Slide

Onthoud ze goed!

De getallen 0 tot 20 moet je goed kennen. Deze heb je nodig om grotere getallen ( zoals 53) te kunnen maken.

Je begint altijd met het grootste getal ( dus 50) en dan het kleinste ( dus 3)

cinquante-trois.

Slide 3 - Slide

De tientallen

30 = trente

40 = quarante

50 = cinquante

60 = soixante

70 = soixante-dix ( 60 + 10)

80 = quatre-vingts ( 4 x 20 )

90 = quatre-vingt-dix ( 4 x 20 + 10)

100 = cent

1000 = mille

30 = trente

40 = quarante

50 = cinquante

60 = soixante

70 = soixante-dix ( 60 + 10)

80 = quatre-vingts ( 4 x 20 )

90 = quatre-vingt-dix ( 4 x 20 + 10)

100 = cent

1000 = mille

Slide 4 - Slide

Let op:

21 / 31 / 41 / 51 / 61 / 71

schrijf je allemaal met het woord ET er tussen

vingt-et-un

trente-et-un

quarante-et-un

etc.

Slide 5 - Slide

cinquante-trois

Slide 6 - Open question

trente euros cinquante

Slide 7 - Open question

soixante-douze euros quarante-six

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Open question

Slide 10 - Open question

579

Slide 11 - Open question