Illusie

Illusies
Bekijk het filmpje op de volgende pagina en beantwoord daarna de vragen.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
Biologie / VerzorgingPraktijkonderwijsLeerjaar 2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Illusies
Bekijk het filmpje op de volgende pagina en beantwoord daarna de vragen.

Slide 1 - Slide

Bekijk het filmpje op de volgende pagina en beantwoord de vragen.

Succes!

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

Wat is illusie?
A
Een goocheltruc
B
Je wordt in de maling genomen
C
Je denkt iets te zien, maar het zit toch anders
D
Een grap

Slide 4 - Quiz

Wat doen je hersenen met alles wat ze zien, voelen en ruiken?
A
Ze houden je voor de gek
B
Eén plaatje van de werkelijkheid maken
C
Ze leggen je uit wat er aan de hand is
D
Ze laten je schrikken

Slide 5 - Quiz

Wat gebeurt er als je met de buitenkant van je hand tegen een muurtje duwt en dan je arm wilt strekken?
A
Je arm blijft hangen
B
Je arm doet pijn
C
Je arm gaat vanzelf omhoog.
D
Je arm trilt

Slide 6 - Quiz

Hoe komt dit?
A
Dit doet je arm vanzelf, omdat je pijn hebt
B
De spieren in je arm ontspannen zich
C
Je arm wil in een andere houding, het heeft te lang geduurd
D
Je hersenen blijven tegen je arm zeggen dat je moet duwen

Slide 7 - Quiz

Hoe noem je de plekjes op de huid die seintjes geven naar de hersenen?
A
Cellen
B
Tast sensoren
C
Pigment plekken
D
Voelsprieten

Slide 8 - Quiz

Waarom voelt je het op je vinger zo goed als je met iets over een kam gaat, met je vinger erop?
A
Je vingertoppen zijn gevoelig
B
Je vingers zitten vrij dicht bij je hersenen
C
Je vingertop heeft wel 1000 tastsensoren

Slide 9 - Quiz

Op welk lichaamsdeel zitten er ook zoveel tast sensoren dicht op elkaar?
A
Knieën
B
Lippen
C
Neus
D
Elleboog

Slide 10 - Quiz

Wat gebeurt er als je draait met je voet en tegelijk het getal 6 in de lucht schrijft?
A
Helemaal niks
B
Je voet gaat stil staan
C
Je voet draait de andere kant op
D
Het getal 6 wordt een 9

Slide 11 - Quiz

Waarom denkt Melissa dat de kleine doos zwaarder is dan de grote?
A
Ze heeft het stiekem gezien
B
Ze zijn even zwaar
C
Ze gokt maar wat
D
Haar hersenen verwachten dat de kleine doos zwaarder is

Slide 12 - Quiz

Hoe komt het dat mensen soms wagenziek worden?
A
Er wordt te hard gereden
B
Ze zien de binnenkant van de auto en die staat stil, terwijl auto beweegt
C
Er zitten veel bochten in de weg
D
Je kijkt teveel naar buiten

Slide 13 - Quiz

Wat is er bijzonder aan illusies?
A
Je kan ze vaak maar vanaf 1 plek zien
B
Je moet ze snappen, anders is er niks aan
C
Je begrijpt ze meteen

Slide 14 - Quiz

Perspectief is: dingen ver weg lijken altijd groter
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

Hoe komt het dat de jongen wint?
A
Er wordt vals gespeeld
B
Hij is veel sterker dan je denkt.
C
Het lijkt alsof de kleine cijfers ver weg liggen
D
Hij gebruikt een lichtere kogel

Slide 16 - Quiz