Nieren

De nieren
1 / 28
next
Slide 1: Slide
BiologySecondary Education

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

De nieren

Slide 1 - Slide

Vandaag
  • Bouw en werking Nieren
  • Secretie / reabsorptie

Slide 2 - Slide

Bouw nieren
Je hebt 2 nieren.

Deze liggen in de buikholte achter de lever en de maag
Dus aan de rugzijde van je lichaam
Beide nieren hebben een slagader die zuurstofrijk bloed, met o.a. afvalstoffen, aanvoert en een ader die het gezuiverde en zuurstofarme bloed weer afvoert.

Slide 3 - Slide

Mensen met een fikse urine weg infectie krijgen nog wel eens een nierbekken ontsteking. Dit herkennen we onder andere aan klachten van pijn in de onderrug.
Waarom is dat een teken van problemen met de nieren?

Slide 4 - Open question

Functie nieren
De nieren filteren het bloed op afvalstoffen en water 
De nieren maken hier urine van. 
De nieren zorgen ook voor transport naar de urine blaas.

Slide 5 - Slide

Nieren
Beide nieren
Ader + slagader

Urineleiders vervoeren urine naar de blaas.
2. rechter nier
3. nierbekken
4. urineleider
5. blaas
6. ureter/urinebuis
7. Bijnier (adrena)
8. nierslagader
9. onderste holle ader
10. aorta
 

Slide 6 - Slide

Bouw Nieren
Nieren bestaan uit:
  1. Nierschors
  2. Niermerg
  3. Nierbekken
1.
2.
3.

Slide 7 - Slide

Nierschors, niermerg en nierbekken

Slide 8 - Slide

Nierschors en -merg
Nierschors en merg bevatten enorm veel nefronen

Nefronen bestaan uit slagaders die zich in een soort knoop (glomurus)
bevinden. Het kapseltje eromheen noemen we 
het kapsel van Bowman.
Daarna doorloopt het een tunnel systeem (proximale en distale tubulus)
 en komt het via de Lis van Henle uiteindelijk in de verzamelbuis.

Slide 9 - Slide

Voorurine
Hoe werkt dat nu?
Stap 1: Glomerulus en het kapsel v Bowman.
De slagaders, en arteriolen leveren bloed. In jouw bloed zitten 
allerlei stoffen; sommige zijn handig, andere niet.
Doordat het met HOGE druk in de glomerulus beland; worden
een aantal dingen eruit gedrukt (als een soort zeef)

Dingen zoals water, kalium, natrium, chloride, aminozuren en 
creatinine, en die worden opgevangen in het Kapsel van Bowman.


Slide 10 - Slide

Voorurine
Eigenlijk wordt er te véél uitgefilterd, in de eerste instantie. 
Daarom doorloopt het hele buizen systeem en ook 
de Lis v Henle 

Ook dáár zitten erg veel venulen en arteriolen die weer stoffen opnemen
(reabsorptie) of zelfs weer nieuwe stoffen worden toegevoegd aan de 
urine (secretie)

Wanneer het in de opvangbuis terecht komt; heet het urine.

Slide 11 - Slide

Reabsorbtie
Reabsorbtie, of terugabsorbtie, gebeurt vóóral in de proximale tubulus, de éérst buis.
Hier wordt een groot gedeelte van het:
NaCl (zout) en het water weer opgenomen, ook wordt 100% van de Aminozuren en glucose weer opgenomen.

Het terug absoberen van de zouten, suikers en aminozuren kost energie en valt dus onder actief transport

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Reabsorbtie
Door het actief terugabsorberen van de zouten, suikers en aminozuren

  stijgt de osmotische waarde in de haarvaten om de lis van henle heen.

Simpel gezegd: trekken de haarvaten eromheen water aan. 

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Reabsorbtie
De reabsorptie in de lis van henle verschilt en gaat onder invloed van hormonen. 
Eén van die hormonen is ADH oftewel het anti-diuretisch hormoon.

Diurese = uitscheiden van water. 
Anti-diuretisch hormoon zorgt dus vóór de reabsorptie van water = minder uitscheiding.

Slide 16 - Slide

Alcohol remt de aanmaak van ADH, leg uit waarom als je alcohol drinkt je meer plast?

Slide 17 - Open question

Urine
Het water en de overgebleven afvalstoffen worden samen urine genoemd.

Dit wordt vanuit de nieren via de nierbekken naar de urineleiders naar de urineblaas vervoert.
Waar het opgeslagen blijft totdat we plassen.

Slide 18 - Slide

Urine en glucose
Glucose wordt altijd in zijn geheel weer opgenomen, maar er is een mechanisch probleem. 
Je hebt namelijk maar een begrensde tijd; de lengte van de proximale tubulus.

Als jij véél suiker eet, en je bloedsuiker niveau stijgt, zul je óók suiker terugzien in de urine.

Slide 19 - Slide

Eén van de diagnostische toetsen in de oudheid voor diabetes, suikerziekte, was het proeven van de urine.

Wat zouden deze eeuwen oude doktoren kunnen proeven én waarom?

Slide 20 - Open question

Urine en glucose
De hoeveelheid glucose is op dat moment hoger dan de tijd die het nodig heeft om eruit gefilterd te worden; dit noemen we de nierdrempel.

Als de nierdrempel wordt overschreden dan zien we dat bepaalde stoffen niet correct worden terug-geabsorbeert.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Nierbekken
Het nierbekken zit in het midden van de nier. 

Dit is een kleine buis waar de urine als eerst verzameld wordt, voordat het wordt doorgegeven aan de urineleiders die het vervoeren naar de blaas.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Video

Opdracht Longen
Opdracht longen , ademhaling en gaswisseling:
1. Kijk de filmpjes van biologie met joost en maak aantekeningen
2. schrijf alle belangrijke termen op en maak flashcards
3. maak de handout die ik heb gemaakt.
4. Kijk op Biologiepagina.nl naar het materiaal en maak aantekeningen.
5. maak op één pagina een soort "spiekbriefje" voor alle belangrijke dingen.
6. maak de vragen op biologie pagina 

Wanneer je een vraag niet weet: kijk op je spiekbriefje of zoek het nog een keer op. 
tip: schrijf alle vragen die je niet weet op, en maak die een volgende dag nog een keer.


Slide 25 - Slide

Opdrachten Hart
Hart, bloed, bloedvaten en bloedsomlopen
1. Kijk naar de filmpjes van biologie voor joost en maak aantekeningen
2. schrijf alle belangrijke termen op en maak flashcards
3. maak de handouts die ik heb gemaakt.
4. kijk op biologiepagina.nl en bekijk alle informatie en maak aantekeningen
5. maak op een pagina een spiekbriefje met alle belangrijke info
6. maak de vragen op biologiepagina.nl 




Slide 26 - Slide

Opdrachten Nier/lever
1. bekijk de filmpjes van biologie met joost en maak aantekeningen
2. Kijk op biologie pagina en bekijk alle informatie en maak aantekeningen
3. schrijf alle onbekende/belangrijke termen op en maak flashcards
4. maak van je aantekeningen op één pagina een spiekbriefje.
5. maak de oefentoets op biologiepagina.nl

Slide 27 - Slide

Opdracht
Schrijf ongeveer één pagina over hoe zowel de longen, het hart, de nieren en de lever samenwerken. 


Slide 28 - Slide