chemie overal - 4v - recap hoofdstuk 3

• Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Wat hebben jullie liever?

Herhaling over Hoofdstuk 3

Specifieke vragen beantwoord krijgen

Beide is prima

Herhaling Hoofdstuk 3

§3.1: De bouw van stoffen

• Metalen --> alleen maar metaalatomen
• Geleiden stroom in vaste en vloeibare fase, komt door "vrije elektronen"

• Zouten --> combinatie metaalatomen + niet-metaalatomen
• Geleiden stroom in vloeibare fase, komt door geladen atomen

• Moleculaire stoffen --> alleen maar niet-metaalatomen
• Geleiden geen stroom

De bouw van stoffen

§3.2: Bindingen in moleculen

• Naamgeving

• Atoombinding/covalente binding
• Gedeeld elektronenpaar

§3.2: Bindingen in moleculen

• Structuurformules
• Covalentie

• Polaire en apolaire atoombindingen
• Elektronegativiteit (ΔEN) (Binas tabel 40A)

§3.3: Bindingen tussen moleculen

• Vanderwaalsbinding, tussen alle moleculen

• Dipool-dipoolbinding, soort van magneetje met + en - kant

• Waterstofbrug, sterke polaire binding O-H of N-H naar een O of N

§3.3: Bindingen tussen moleculen

§3.3: Bindingen tussen moleculen

§3.4: Moleculaire stoffen mengen

1. Polair lost op in polair
2. Apolair lost op in apolair

• Bij mengen breken altijd:

1. Vanderwaalsbindingen

• Bij polaire stoffen breken ook:

1. dipool-dipoolbindingen
2. waterstofbruggen

§3.4: Moleculaire stoffen mengen

• Dynamisch evenwicht

§3.5: Rekenen aan gassen

• Significantie (nauwkeurigheid)

• Nullen links tellen niet mee, rechts tellen wel mee
• Komma heeft niks te maken met aantal significante cijfers

• Altijd minste aantal significante cijfers aanhouden bij vermenigvuldigen en delen!!

§3.5: Rekenen aan gassen

§3.5: Rekenen aan gassen

• 1,00 mol gas ≜ (1,00 x V_m) dm³
  

• Bij 25 °C en "standaarddruk" (1,013 bar = 1,013 x 10⁶ Pa)
• V_m = 2,45 x 10⁻² m³/mol     òf     24,5 dm³/mol   (Binas tabel 7A)

Oefenopgaven

Chemisch Rekenen

We hebben 5,6 dm³ AsH₃ gas. Hoeveel deeltjes zijn dit? Ga uit van een molair gasvolume van 23,2 dm³/mol.

1. 1,5 * 10²³
2. 4,0 * 10⁻²⁵
3. 7.8 * 10²⁵
4. 2.2 * 10⁻²²

We hebben 5,8 gram AsH₃ gas. Hoeveel dm³ zijn dit? Ga uit van een molair gasvolume van 24,0 dm³/mol.

1. 1,1 * 10⁴
2. 1,8
3. 1,9 * 10
4. 3,1 * 10³

We hebben 2,3 * 10²⁵ deeltjes O₃ gas. Hoeveel dm³ zijn dit? Ga uit van een molair gasvolume van 22,1 dm³/mol.

1. 1,7
2. 3,1 *10⁵⁰
3. 8,4 *10²
4. 6,3 * 10⁴⁷

We hebben 5,23 m³ O₃ gas. Hoeveel gram is dit? Ga uit van een molair gasvolume van 2,1 * 10⁻² m³/mol.

1. 1,2 * 10⁴
2. 5,2
3. 5,3
4. 2,2 * 10⁻³

.