This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Wat weet jij over roodkapje.
Slide 1 - Mind map
Het boek
In Gruwelijke rijmen rijmt de schrijver klassieke sprookjes met een vette knipoog. Assepoester, Roodkapje en Sneeuwwitje worden heel anders dan je altijd dacht. Leuker! Spannender! Gruwelijker!
Slide 2 - Slide
Doel na 3 lessen
Ik vergelijk het gedicht van Roald Dahl met het echte sprookje over Roodkapje.
Ik weet dan wat de verschillen en de overeenkomsten zijn.
Slide 3 - Slide
Les 1
Roodkapje en de wolf
Slide 4 - Slide
Deze symbolen gebruik je als je de tekst leest.
O Omcirkel een moeilijk woord op een moeilijk zin
! Dit vind ik belangrijk .....
Dit valt me op .....
Dit verrast me .......
? Hier heb ik een vraag over ..... (schrijf de vraag ook op)
Slide 5 - Slide
Doel les 1
Hoe weet jij dat dit een gedicht is?
Ik leer hoe ik de betekenis van moeilijke woorden in een tekst kan achterhalen.
Slide 6 - Slide
Ik lees voor!
Omcirkel moeilijke woorden of uitdrukkingen in de zin.
Slide 7 - Slide
we gaan aan het werk
Pak je werkboekje.
We doen het samen.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Kan je de betekenis van het woord achterhalen door:
terug te lezen
vooruit te lezen
delen van het woord te bekijken
Lukt dat niet dan zoeken je het woord op in het woordenboek.
Slide 10 - Slide
https:
Slide 11 - Link
gruwelijk
afgrijselijk
Slide 12 - Slide
knagen van honger
knagen: letterlijk
kleine stukjes van iets afbijten
hele erge honger hebben
Slide 13 - Slide
met huid en haar
helemaal
Slide 14 - Slide
de spijker op z'n kop slaan
precies zeggen waar het op aankomt
Slide 15 - Slide
taai
moeilijk te breken, te snijden of te scheuren
Dit snoepgoed heet niet voor niks taai taai.
Slide 16 - Slide
schriel
mager
Slide 17 - Slide
scharminkel
mager mens of dier
Dit is ook een scharminkel
Slide 18 - Slide
likkebaarden
zijn lippen smullend aflikken
Deze leeuwinnen zien een lekker hapje.
Ze zijn aan het likkebaarden.
Slide 19 - Slide
traditiegetrouw
volgens oude gewoonte
Slide 20 - Slide
watertanden
zó naar iets verlangen dat het speeksel in de mond komt
Zelfs deze smiley gaat watertanden
als hij iets lekkers ziet.
Slide 21 - Slide
karkas
geraamte
Roodkapje heeft de vacht van de wolf om.
Wat blijft er dan van de wolf achter.
Slide 22 - Slide
kaviaar
gezouten kuit van de steur
Kaviaar is heel erg duur.
Het wordt ook wel
het zwarte houd
genoemd.
Slide 23 - Slide
Doel les 2
Ik kan het verhaal onderverdelen in
begin - midden - slot.
En ik kan titels voor het
begin-midden en eind verzinnen.
Slide 24 - Slide
Ik kan een omschrijving van Roodkapje geven zoals ze is in deze tekst.
Slide 25 - Slide
Tekst lezen
We gaan samen het verhaal lezen.
Tijdens het lezen wil ik dat je let op het begin, het midden en het eind van het verhaal.
Slide 26 - Slide
DE GROEPJES
timer
20:00
Slide 27 - Slide
HET BEGIN
Waar begint het begin van de tekst?
Waarom kies jij voor die plek? Overleg met je groepje.
Welke titel vind jij hierbij passen?
Slide 28 - Slide
Wat doen we eerst?
Je nummert de tekst Je begint bij 1
en maakt stappen van 5.
Slide 29 - Slide
HET MIDDEN
Waar begint het midden van de tekst?
Waarom kies jij voor die plek? Overleg met je groepje.
Welke titel vind jij hierbij passen?
Slide 30 - Slide
Wat doen we eerst?
Je nummert de tekst Je begint bij 1
en maakt stappen van 5.
Slide 31 - Slide
HET SLOT
Waar begint het slot van de tekst?
Waarom kies jij voor die plek? Overleg met je groepje.
Welke titel vind jij hierbij passen?
Slide 32 - Slide
Wat doen we eerst?
Je nummert de tekst Je begint bij 1
en maakt stappen van 5.
Slide 33 - Slide
Wat heb je geleerd in deze les?
Slide 34 - Mind map
Doel sessie 3
Ik vergelijk de tekst met het originele verhaal van Roodkapje.
Wat zijn de verschillen en wat zijn de overeenkomtsten.
Slide 35 - Slide
We gaan beide verhalen lezen.
Let goed op overeenkomsten en verschillen.
Hoor of lees je iets zet er dan een streep onder.
Slide 36 - Slide
Slide 37 - Slide
Hoe gaan we werken
Wij werken bij deze activiteit in groepjes.
Aan het einde van de les wordt het beoordeeld op netheid en niveau.