(havo/vwo3) H4 Verschuivende grenzen in Europa paragraaf 3

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 3 H4 Verschuivende grenzen, B150, B151, B152
  • maken opdracht 1 t/m 5
  • nabespreken paragraaf 3
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • dat staatsgrenzen veranderen Bijvoorbeeld die van oost en midden Europa
  • de gevolgen van verschuivende staatsgrenzen voor steden als Lviv en Wroclaw
  • waarom staatsgrenzen veranderen
1 / 25
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Planning:
  • Introductie
  • Uitleg: paragraaf 3 H4 Verschuivende grenzen, B150, B151, B152
  • maken opdracht 1 t/m 5
  • nabespreken paragraaf 3
  • afsluiting
aan het einde van de les kan/weet je:
  • dat staatsgrenzen veranderen Bijvoorbeeld die van oost en midden Europa
  • de gevolgen van verschuivende staatsgrenzen voor steden als Lviv en Wroclaw
  • waarom staatsgrenzen veranderen

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Video

uitleg/aantekeningen

Slide 4 - Slide

Verschuivende grenzen in Europa
Grenzen veranderen  
- In Lviv (Oekraïne) en Wroclaw (Polen) zijn de gevolgen van allerlei grensverschuivingen sinds 1900 goed zichtbaar.  

Slide 5 - Slide

B150 Staten en grenzen
  • Staat heeft 2 kenmerken: 
1. Duidelijk begrensd
2. Bestuur is soeverein (er staat niemand boven)
2 soorten grenzen:
1. Natuurlijke grenzen (gebergte, rivier, kust)
2. Kunstmatige grenzen (door mensen bepaald, kunnen recht zijn (bijv. in Afrika) en wordt aangegeven met borden/grenspalen
  • Continentaal plat (deel van het land dat onder water staat) wordt ook begrensd: grens ligt dan in zee

Slide 6 - Slide

B151 Volk, natie, staat
  • Volk: groep mensen met dezelfde cultuur (taal, geloof, muziek, kleding enz.)
  • Natiestaat: een land met één volk (bijv. IJsland)
  • De grenzen van een staat en woongebied van een volk vallen niet altijd samen: meerdere volken in 1 staat of een volk is verdeeld over meerdere staten. (Kan reden zijn voor conflicten)

Slide 7 - Slide

B152 Cultuur
  • Cultuur: alles wat je hebt aangeleerd (taal, godsdienst, gebruiken)
  • Of inrichting van een gebied: kerken, moskeeen, fietspaden enz.
  • 7 cultuurgebieden (globaal, want er zijn wel verschillen binnen dat gebied) zie ->
  • Diffusie: cultuurelementen worden verspreid (denk aan muziek, feesten zoals Halloween)

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Verschuivende grenzen in Europa
Lviv ->  Hoe verging het deze stad van 1902 tot nu?   
  • 1902: Lemberg 
    - stad in oosten van Oostenrijks-Habsburgse rijk 
    - kruispunt van volken en culturen
    -> godsdiensten, talen  
  • Na WO I: Lwow 
    - stad in oosten van Polen 
    - Oostenrijkers verdwenen  

Slide 10 - Slide

Verschuivende grenzen in Europa
Lviv ->  Hoe verging het deze stad van 1902 tot nu?    
  • Tijdens en na WO II: Lvov 
    - Sovjetunie neemt macht van Duitsers over -> Lvov in Sovjetunie 
    - Oekraïners en Russen kwamen naar Lviv, 
    Polen keerden terug naar Polen 
  • Na 1991: Lviv 
    - Oekraïne wordt een zelfstandige staat 
    - stad in westen Oekraïne  

Slide 11 - Slide

Verschuivende grenzen in Europa
Wroclaw -> Hoe verging het deze stad van 1902 tot nu?  
  • Voor 1945: Breslau 
    - grote stad in het oosten van Duitsland 
    - 94% Duitsers, rest Joden en Polen   
  • Vanaf 1945: Wroclaw 
    - stad in West-Polen 
    - veel Polen: Lviv -> Wroclaw 
    - Duitsers: Wroclaw -> Duitsland  

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Europa in 1942

Slide 14 - Slide

Europa in 1970

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

zelfstandig werken
lezen paragraaf 2 H4 Verschuivende grenzen B150, B151, B152
maken opdracht 1 t/m 5
gebruik hierbij:
  • tekstboek blz. 66/67
  • werkboek blz. 73/74/75
stoplicht: Rood = stil lezen en werken. Oranje = fluisteren als je wilt overleggen. Groen = normaal praat niveau met werken
timer
1:00

Slide 17 - Slide

herhalen/nabespreken

Slide 18 - Slide

Hoe noem je ook al weer een land waar maar een volk (in de grote meerderheid) woont?
A
natie
B
staat
C
natiestaat
D
grens

Slide 19 - Quiz

Welk begrip pas het best bij de foto?
A
Staat
B
Kunstmatige grens
C
Continentaal plat
D
Natuurlijke grens

Slide 20 - Quiz

Welk begrip past bij deze uitleg?
Een duidelijk begrensd gebied met een soeverein bestuur
A
Staat
B
Natie
C
Natiestaat
D
Volk

Slide 21 - Quiz

Welk begrip past het beste bij het paars op de kaart?
A
Staat
B
Natie
C
Natiestaat
D
Volk

Slide 22 - Quiz

Zet de namen van Lviv en heersers bij het goede vakje!
1e
naam 
1902
2e naam 1939
3e naam 1967
4e naam 2015
Oekraïne
Oostenrijks Habsburgse keizerrijk
Polen
Sovjet unie
Lvov
Lviv
Lwow
Lemberg

Slide 23 - Drag question

In welke landen heeft de stad Lviv gelegen?
A
Oostenrijk-Hongarije, Polen, Sovjetunie en Oekraïne gelegen
B
Polen, Sovjetunie, Oekraïne
C
Duitsland, Polen, Sovjetunie
D
Duitsland, Polen, Oostenrijk-Hongarije, Oekraïne

Slide 24 - Quiz

Welke bevolkingsgroepen hebben er in Wroclaw gewoond?
A
Duitsers, Russen en Polen
B
Joden en Polen
C
Duitsers en Joden, later Polen
D
Russen, Joden en Polen

Slide 25 - Quiz