Unit 3 _ 1K

Unit 3 - 1 Kader

1 / 21

Slide 1: Slide

EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides.

Lesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Unit 3 - 1 Kader

Slide 1 - Slide

Contents

Een ( a/an )

Zijn: to be

Present continious

Meervoud:plural

My, your

Slide 2 - Slide

A or AN?

Slide 3 - Slide

Articles A/An

In het Nederlands: lidwoorden.

Wanneer je in het Nederlands een voor een znw zet, gebruik je in het Engels a of an.

Slide 4 - Slide

Articles (lidwoorden)

Nederlands: een Engels: a / an

woorden die in de uitspraak beginnen met een klinker (a, e, i, o, u)

an apple

an orange

an X-ray [eksrej]

an hour [our]

woorden die in de uitspraak beginnen met een medeklinker

a phone

a bruise

a friend

a uniform [joeinform]

Slide 5 - Slide

het werkwoord 'zijn' :

TO BE

Slide 6 - Slide

To be - NL: zijn

Slide 7 - Slide

to be = zijn

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

to be = zijn

Slide 10 - Slide

Vragen met To be

- to be = zijn

- vorm van to be vooraan in de zin.

You

He/she/it

They

Slide 11 - Slide

Verb TO BE=ZIJN

Positive + Question ? Negative -

I am happy Am I? I am not happy.

You are happy ............... ...........................

She/he/it is ............... ...........................

We/you/they are ............... ...........................

Complete the gaps in your notebook.

Slide 12 - Slide

The Present Continious = Nu

Je gebruikt deze vorm om aan te geven dat je nu iets aan het doen bent.

HOE??? To be(zijn)+werkwoord+ing

To be: I am/he is/ you are/they are/ we are.

Slide 13 - Slide

Grammatica: present continious

Als iets nu bezig is of aan de gang is, gebruik je present continious (de 'ing-vorm):

You are listening to the teacher
I am walking around

To be -vorm: Werkwoord + -ing

I am

You are

She/he/it is

We are

You are

They are Bijvoorbeeld: WALKing, DANCing, TALKing

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Meervoud in het Engels

Slide 16 - Slide

plurals= meervoud

Meervoud in het Engels is best makkelijk

Slide 17 - Slide

Meervoud

In het Engels meestal + S

cat + s = cats

photo + s = photos

Slide 18 - Slide

Meervoud in het Engels

Bekijk de afbeelding nog een keer

Slide 19 - Slide

Meervoud eindigend met een -f

Wanneer een woord in het Engels eindigt met een -f, dan wordt dit in het meervoud -ves.

Voorbeelden:

Scarf - scarves

Wolf - wolves

Slide 20 - Slide

My tablet

Your tablet

Slide 21 - Slide