1.2 Kernbegrippen bij maatschappijleer

1.2 kernbegrippen bij maatschappijleer
1 / 40
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 4

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

1.2 kernbegrippen bij maatschappijleer

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat is een ander woord voor maatschappij?
A
Belangengroep
B
Sociale omgeving
C
Overheid
D
Samenleving

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van een wetsregel?
A
In het openbaar vervoer sta je je zitplaats af aan ouderen
B
Je mag geen afval op straat gooien
C
Tijdens het oversteken kijk je altijd links en rechts van je
D
In restaurants geef je een fooi

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van een fatsoensregel?
A
Stoppen voor het zebrapad
B
Dieren niet mishandelen
C
Op tijd komen
D
Niet dronken in het verkeer

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Wat is geen waarde?
A
gelijkheid
B
beleefdheid
C
ADHD
D
trouw

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions




Vrijheid is een waarde.
Vrijheid is een waarde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Waarden zijn:
A
oplossingen die in het belang zijn van veel mensen.
B
principes die mensen belangrijk vinden in het leven.
C
de belangen die mensen bij een kwestie hebben.
D
alle ongeschreven regels bij elkaar.

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Normen zijn?
A
gezondheid
B
waarden
C
alles in de maatschappij
D
gedragsregels

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn normen?
A
Gedragsregels die aangeven wat in een bepaalde cultuur als juist of onjuist wordt gezien.
B
De etnische afkomst van een persoon.
C
De politieke overtuiging van een individu.
D
De financiële situatie van een persoon.

Slide 18 - Quiz

Slide 10, 11, 12 en 13 – Quiz
In de volgende 4 dia's is een kleine quiz gemaakt over de informatie die behandeld is. Zo kun je nog even bevestigen of ze de informatie begrepen hebben.

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Wat zijn belangen?
A
Iets wat mensen voor veel mensen of de hele wereld willen en niet alleen voor zichzelf.
B
Een belang is een voordeel, iets wat mensen voor zichzelf willen.
C
Regels die bij een waarde horenGedrag bij je waarden.
D
De belangrijkste waarden van Nederland.

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Het kabinet dient het algemeen belang. Wat is algemeen belang?
A
Iets waar volksvertegenwoordigers hun voordeel uit halen.
B
Iets waar een (groot) deel van de samenleving hun voordeel uit haalt.
C
Het belang van een Tweede kamerlid

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Belang is ergens voordeel bij hebben, waar hebben leerlingen belang bij?
A
Goed onderwijs
B
Goedkoop onderwijs
C
Slecht onderwijs
D
helemaal geen les

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

In een uitgaansgebied zijn ’s nachts veel vechtpartijtjes. Er is dan sprake van een belangentegenstelling tussen:
A
de café-eigenaren onderling.
B
de politie en de burgemeester.
C
de buurtbewoners en de politie.
D
de politie en de daders.

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

In een belangentegenstelling
A
wil je hetzelfde bereiken, heb je dezelfde doelen en belangen met elkaar
B
heb je ruzie met elkaar
C
botst de ene waarde met de andere norm
D
botst het belang van de een met het belang van de ander

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions

Welk machtsmiddel wordt bij iedere afbeelding ingezet?
Functie/beroep
kennis
aanzien/status
overtuiging
geld
media
geweld
invloedrijke mensen

Slide 30 - Drag question

This item has no instructions

Slide 31 - Slide

This item has no instructions

Slide 32 - Video

This item has no instructions

welke machtsmiddelen hebben influencers?

Slide 33 - Open question

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Aan het einde van deze paragraaf kan ik:
  • Uitleggen wat waarden en normen zijn en hier een voorbeeld bij noemen.
  • Door middel van een voorbeeld uitleggen wat een belang en een belangentegenstelling is.
  • Uitleggen welke machtsmiddelen er zijn en welke volgens jou het best werken.
  • Begrip sociale ongelijkheid uitleggen en aangeven hoe dat in jou omgeving zit.

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Slide 37 - Video

This item has no instructions

maken par 1.2

Slide 38 - Slide

This item has no instructions

M4A
Magister: Bronnen
Thema's Maatschappijleer
klasse code
026713

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

M4B

Magister: Bronnen
Thema's Maatschappijleer
klasse code
346626

Slide 40 - Slide

This item has no instructions