This lesson contains 53 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 35 min
Items in this lesson
H3 Parlementaire Democratie
Slide 1 - Slide
Vandaag 3.1
Planning:
Algemeen
Herhaling h2
uitleg 3.1
Maken:
Werkboek blz 70 opdracht 12 en
blz 74 opdracht 10
Leerdoelen
3.1 Wat is democratie?
Je kunt uitleggen wat democratie is en de vormen directe en indirecte democratie noemen.
Je begrijpt het belang van politiek en het algemeen belang in een democratie.
Je herkent en onderscheidt staatsvormen zoals autoritair regime en dictatuur.
Je legt uit hoe machtenscheiding bijdraagt aan een democratische samenleving.
Je beoordeelt de rol van censuur en oppositiepartijen in een democratie.
3.2 Politieke stromingen
Je herkent belangrijke politieke stromingen zoals liberalisme, socialisme en confessionalisme.
Je vergelijkt stromingen op basis van standpunten (links, rechts, midden) en kernwaarden (progressief, conservatief).
Je begrijpt hoe ideologieën politieke keuzes en beleid beïnvloeden.
Slide 2 - Slide
Periode 2
Twee Kamer excursie op 10 januari. Legitimatiebewijs is verplicht!!
2 PTA cijfers:
1 PTA toets over H3
1 PTA werkstuk (PO) over een wetsvoorstel
Dat laatste is ook voor de Twee Kamer excursie verplicht
Slide 3 - Slide
Trias politica
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Video
Wat is Politiek
Politiek:
Het maken van keuzes
Het nemen van beslissingen over hoe een land, een provincie of een gemeente bestuurd moet worden.
Slide 6 - Slide
Algemeen belang politiek
De politiek neemt besluiten over zaken die voor veel mensen belangrijk zijn.
Veel mensen hebben er voordeel van.
Bijvoorbeeld:
Goede wegen Goede zorg Goed onderwijs
En t.a.v. de Amsterdamse rellen?
algemeen belang: milieu
algemeen belang: goed onderwijs
Algemeen belang: goede gezondheidszorg
Algemeen belang: veiligheid
Algemeen belang: goede ouderenzorg
algemeen belang: weinig files. goede snelwegen
Slide 7 - Slide
Belang van vrije media
Toetsvraag was gevolgen van onbetrouwbare media
Censuur =( manipulatie) het expres weglaten of veranderen van bepaalde informatie.
Indoctrinatie = het voortdurend opdringen van een bepaalde mening.
Slide 8 - Slide
Coalitie en oppositie
De partijen die samen de regering vormen noem je de coalitie.
De coalitiepartijen hebben samen de meeste zetels.
De andere partijen in de Kamer noem je de oppositie.
De oppositiepartijen zijn vaak kritisch op de plannen van de coalitie.
Slide 9 - Slide
Noem de huidige coalitie partijen en een aantal oppositiepartijen
Slide 10 - Open question
Politieke stromingen
Politieke stroming
Waarde
Sociaal-democratie
Solidariteit en gelijkwaardigheid
Liberalisme
Vrijheid en eigen verantwoordelijkheid
Confessionalisme
Naastenliefde (bijbel)
Ecologisme
Duurzaamheid
Populisme
Nationalisme
Slide 11 - Slide
Politiek spectrum: Links, rechts en midden. En de PVV?
Links
Midden
Rechts
Actieve overheid
Actief/passief
Passieve overheid
Gelijkheid -> geen inkomsten ongelijkheid
Alleen helpen indien het echt nodig is
Burgers zijn verantwoordelijk voor zichzelf
Zorgen voor kwetsbare mensen
Samenleving zorgt voor elkaar, maar ook de overheid
Overheid helpt alleen als het nodig is -> vrijheid
Slide 12 - Slide
Progressief - Conservatief. En de PVV?
Progressief
Gericht op verandering, vooruitstrevendheid
Conservatief
Gericht op het behoud, terugkeer naar traditionele normen en waarden.
Slide 13 - Slide
progressief
links rechts
conservatief
Slide 14 - Slide
Directe en indirecte democratie
Slide 15 - Slide
tweedekamer2023.stemwijzer.nl
Slide 16 - Link
Vandaag 3.1
Planning:
Algemeen
Herhaling h2
uitleg 3.1
Maken:
Werkboek blz 70 opdracht 12 en
blz 74 opdracht 10
Leerdoelen
3.1 Wat is democratie?
Je kunt uitleggen wat democratie is en de vormen directe en indirecte democratie noemen.
Je begrijpt het belang van politiek en het algemeen belang in een democratie.
Je herkent en onderscheidt staatsvormen zoals autoritair regime en dictatuur.
Je legt uit hoe machtenscheiding bijdraagt aan een democratische samenleving.
Je beoordeelt de rol van censuur en oppositiepartijen in een democratie.
3.2 Politieke stromingen
Je herkent belangrijke politieke stromingen zoals liberalisme, socialisme en confessionalisme.
Je vergelijkt stromingen op basis van standpunten (links, rechts, midden) en kernwaarden (progressief, conservatief).
Je begrijpt hoe ideologieën politieke keuzes en beleid beïnvloeden.
Slide 17 - Slide
Vandaag 3.3 en 3.4
Planning:
Algemeen
Herhaling 3.1-3.2
uitleg 3.3
Maken:
Werkboek blz 78 opdracht 11 en
blz 84 opdracht 13
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat politieke partijen zijn, ze onderscheiden van actiegroepen en belangengroepen, verschillende typen partijen (zoals one-issuepartijen en niet-democratische partijen) beschrijven, en hun rol en het belang van partijdiversiteit in het democratische proces evalueren.
Je kunt uitleggen wat actief en passief kiesrecht betekent, de rol van een lijsttrekker en een spindoctor bij verkiezingen begrijpen, en analyseren hoe verkiezingssystemen, opiniepeilingen en zwevende kiezers de verkiezingsuitslag beïnvloeden.
Slide 18 - Slide
Politiek spectrum: Links, rechts en midden. En de PVV?
Links
Midden
Rechts
Actieve overheid
Actief/passief
Passieve overheid
Gelijkheid -> geen inkomsten ongelijkheid-> hogere belastingen
Alleen helpen indien het echt nodig is
Burgers zijn verantwoordelijk voor zichzelf-> lagere belastingen
Zorgen voor kwetsbare mensen->
solidariteit
Samenleving zorgt voor elkaar, maar ook de overheid
Overheid helpt alleen als het nodig is -> vrijheid
Slide 19 - Slide
Progressief - Conservatief. En de PVV?
Progressief
Gericht op verandering, vooruitstrevendheid
Conservatief
Gericht op het behoud, terugkeer naar traditionele normen en waarden.
Slide 20 - Slide
Waar zit jouw Partij?
Slide 21 - Slide
progressief
links rechts
conservatief
Economisch
Economisch
Cultureel
Cultureel
Slide 22 - Slide
Slide 23 - Video
Welke partijen zitten er in het kabinet en zijn ze progressief/conservatief en link/rechts?
Slide 24 - Open question
Denk je dat het kabinet toch spoedig gaat vallen?
Ja
Nee
Slide 25 - Poll
Kiesrecht
Actief kiesrecht:
het recht om te mogen stemmen. (Iedereen met NL paspoort boven de 18)
Passief kiesrecht: Het recht om je verkiesbaar te stellen.
Slide 26 - Slide
Waarom zou je op een partij stemmen?
- Populariteit van de lijsttrekker
- Inhoud van het partijprogramma
- Persoonlijk belang
- Strategische stem (om dat je
niet wil dat een andere partij wint)
Slide 27 - Slide
Motieven om te stemmen
strategisch: je kiest op een soort partij die een grote kans heeft om in de regering te komen
Slide 28 - Slide
Functies politieke partijen
Slide 29 - Slide
Vrije verkiezingen:
Je mag stemmen op wie je wilt
Geheime verkiezingen:
Niemand weet op wie jij gestemd hebt
Slide 30 - Slide
welke verkiezingen zijn er?
Nederland kent in eigen land de volgende verkiezingen:
het Europees Parlement.
de Tweede Kamer.
Provinciale Staten.
de gemeenteraad.
de waterschappen.
Slide 31 - Slide
campagne
Tijdens verkiezingen maken lijsttrekkers ( leiders van de partijen) gebruik van spindoctors.
Communicatiedeskundigen die kandidaten adviseren over een zo positief mogelijk imago.
Slide 32 - Slide
Rol van de media
Tv-debatten uitzenden (om zwevende kiezers te overtuigen)
Opiniepeilingen --> Invloed op uitslag?
Slide 33 - Slide
home.noties.nl
Slide 34 - Link
Evenredige vertegenwoordiging: Alle stemmen worden omgezet in een evenredig aantal zetels
Bij een Districtenstelsel: Elke regio kiest één vertegenwoordiger
Slide 35 - Slide
Nederland anno 2017 volgens districtenstelsel
Slide 36 - Slide
Een belangengroep bestaat uit een groep mensen die voor hetzelfde belang opkomen (ANWB)
Actiegroepen willen vaak resultaat bereiken op een korte termijn (Greenpeace)
Geen verkiezingen maar wel politieke invloed!
Slide 37 - Slide
Vandaag 3.3 en 3.4
Planning:
Algemeen
Herhaling 3.1-3.2
uitleg 3.3
Maken:
Werkboek blz 78 opdracht 10 en 11
blz 84 opdracht 13
OF! de LessonUp Quiz
Leerdoelen
Je kunt uitleggen wat politieke partijen zijn, ze onderscheiden van actiegroepen en belangengroepen, verschillende typen partijen (zoals one-issuepartijen en niet-democratische partijen) beschrijven, en hun rol en het belang van partijdiversiteit in het democratische proces evalueren.
Je kunt uitleggen wat actief en passief kiesrecht betekent, de rol van een lijsttrekker en een spindoctor bij verkiezingen begrijpen, en analyseren hoe verkiezingssystemen, opiniepeilingen en zwevende kiezers de verkiezingsuitslag beïnvloeden.
Slide 38 - Slide
Hoe beïnvloeden zwevende kiezers verkiezingen?
A
Ze kunnen de uiteindelijke uitslag veranderen
B
Ze stemmen altijd op dezelfde partij
Slide 39 - Quiz
Wat is een kenmerk van evenredige vertegenwoordiging?
A
Elke regio heeft gelijke zetels
B
Zetels worden verdeeld op basis van stemmen
Slide 40 - Quiz
Wat zijn opiniepeilingen?
A
Voorspellingen van toekomstige politieke partijen.
B
Onderzoeken naar stemgedrag van kiezers.
C
Metingen van publieke opinie voor verkiezingen.
D
Definitieve uitslagen van verkiezingen.
Slide 41 - Quiz
Wat betekent actief kiesrecht?
A
Deelname aan het kiesproces.
B
Beslissingen maken in de regering.
C
Stemmen bij verkiezingen.
D
Kandidaten stellen voor verkiezingen.
Slide 42 - Quiz
Wat zijn politieke partijen?
A
Organisaties die politieke wensen vertegenwoordigen.
B
Groepen die kandidaten voor verkiezingen voorstellen.
C
Enkele mensen die samenkomen voor actie.
D
Groepen die enkel belangengroepen zijn.
Slide 43 - Quiz
In Nederland worden de stemmen verdeeld volgens het principe van:
A
Evenredige vertegenwoordiging
B
districtenstelsel
C
meerderheidsstelsel
Slide 44 - Quiz
Wat maakt een districtenstelsel anders dan een stelsel van evenredige vertegenwoordiging?
A
kleine partijen hebben een grotere invloed
B
een zetel staat niet gelijk aan het totaal aantal stemmen
C
er is maar 1 winnaar
D
het is moeilijker om te debatteren
Slide 45 - Quiz
Wat is geen politieke partij?
A
FNP
B
CDA
C
SGP
D
PVDA
Slide 46 - Quiz
Wat is GEEN kenmerk of functie van politieke partijen? Politieke partijen...
A
... doen mee aan verkiezingen
B
... formuleren verkiezings-programma's
C
... houden zich bezig met de inrichting van een deel van de samenleving
D
... proberen politieke macht te verwerven
Slide 47 - Quiz
Spindoctors
Passief kiesrecht
Media
Lijsttrekkers
Strategisch stemmen
Je kunt je aansluiten bij een politieke partij of zelf een partij oprichten
Imagoschade van kandidaten voorkomen is een van hun taken
Niet de partij van je voorkeur krijgt jouw stem maar de partij die de kans heeft om mee te regeren
Kranten, tv, radio, nieuwssites en social media spelen een grote rol in de politiek
De standpunten van de partij naar voren brengen is een van hun taken
Slide 48 - Drag question
Spindoctors zijn ...
A
media-adviseurs van politici
B
topambtenaren
C
lijsttrekkers van kleine partijen
D
mensen die poten uittrekken bij spinnen
Slide 49 - Quiz
Wat is het verschil tussen belangengroepen en actiegroepen?
A
Actiegroepen doen dingen en belangengroepen niet
B
Belangengroepen zijn er om een bepaalde doelstelling te bereiken en actiegroepen zijn er voor de belangen van een club
C
Actiegroepen zijn er om een bepaalde doelstelling te bereiken en belangengroepen zijn er voor de belangen van een bepaalde groep
Slide 50 - Quiz
Een zwevende kiezer is
A
Iemand die niet stemt bij verkiezingen
B
Iemand die altijd op een christelijke partij stemt
C
Iemand die niet bij elke verkiezing op dezelfde partij stemt
D
Iemand die altijd zelf ook actief is in de politiek
Slide 51 - Quiz
The winner takes it all past bij..
A
evenredige vertegenwoordiging
B
districtenstelsel
Slide 52 - Quiz
Bij welk stelsel is het aantal zetels in verhouding tot het aantal stemmen?