What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Adjectives and adverbs
1 / 31
next
Slide 1:
Slide
Engels
Middelbare school
vmbo b, k
Leerjaar 2
This lesson contains
31 slides
, with
interactive quizzes
and
text slides
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Welcome back
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Wat gaan we vandaag doen?
Herhaling adjectives, adverbs en much and many
Slide 4 - Slide
Na deze les..
Weet je het verschil is tussen een adjective en een adverb.
Kun je adjectives and adverbs toepassen in een zin.
Weet je wanneer je much of many moet gebruiken.
Slide 5 - Slide
Hoe heet een adjective in het Nederlands?
Slide 6 - Open question
Wanneer gebruik je een adjective?
Slide 7 - Open question
Een adjective….
Is een bijvoeglijk naamwoord.
Voeg je bij een zelfstandig naamwoord (Noun).
Heeft los geen betekenis.
Slide 8 - Slide
Voorbeelden van adjectives
Grote, rode, oude, bijzondere....
Slide 9 - Slide
Een adverb...
Is een bijwoord.
Het zegt iets over
hoe
iets gebeurt.
Het zegt iets over een werkwoord.
Slide 10 - Slide
Voorbeelden adverbs
Slowly
Carefully
Beautifully
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Nigel drives a _____ car.
A
beautiful
B
beautifully
Slide 14 - Quiz
Nigel drives ________.
A
beautiful
B
beautifully
Slide 15 - Quiz
Demi leaves the room _____.
A
quick
B
quickly
Slide 16 - Quiz
Dominique is a very _____ boy.
A
smart
B
smartly
Slide 17 - Quiz
Ruben opens his books _____.
A
fast
B
fastly
Slide 18 - Quiz
Olaf always wears _____ clothes.
A
nice
B
nicely
Slide 19 - Quiz
Rachell lives in a _____ house.
A
big
B
bigly
Slide 20 - Quiz
Jelle eats his sandwich _____.
A
quick
B
quickly
Slide 21 - Quiz
Esmanur has _____ eyes.
A
good
B
goodly
Slide 22 - Quiz
Fanny speaks English very _____.
A
good
B
well
Slide 23 - Quiz
Wanneer gebruik je much en wanneer many?
Slide 24 - Open question
Much of Many?
Many gebruik je bij dingen die je kunt tellen
Much bij dingen die je niet kunt tellen.
Slide 25 - Slide
There isn't ________ water left in the glass.
A
Many
B
Much
Slide 26 - Quiz
There are ______ apples in the bag.
A
Many
B
Much
Slide 27 - Quiz
How ______ money do you have?
A
Many
B
Much
Slide 28 - Quiz
_____ students are late for class.
A
Much
B
Many
Slide 29 - Quiz
Ezelsbruggetje
Als je iets in het meervoud kunt zetten kun je het ook tellen: dus many!
Slide 30 - Slide
Homework
Oefening 11, blz. 57 werkboek
Oefening 12, blz. 58 werkboek.
Slide 31 - Slide
More lessons like this
2VE Adjectives + Adverbs
June 2022
- Lesson with
19 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
3. Grammar: adjectives-adverbs
January 2021
- Lesson with
21 slides
Engels
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
3. Grammar: adjectives-adverbs
May 2022
- Lesson with
20 slides
Engels
Middelbare school
vmbo
Leerjaar 2
Year 2, week 11
March 2022
- Lesson with
20 slides
Engels
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
H2 Grammar recap
June 2020
- Lesson with
27 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Bijwoord of Bijvoeglijk naamwoord
October 2017
- Lesson with
15 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b
Leerjaar 2
Grammar Theme 2 2hv
October 2021
- Lesson with
29 slides
Engels
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Bijwoord of Bijvoeglijk naamwoord
April 2020
- Lesson with
15 slides
Engels
Middelbare school
vmbo b, g
Leerjaar 2