Je kunt een tag question achter je zin plakken als je bevestiging wilt. Een tag question is vergelijkbaar met het Nederlandse ‘toch?’
Als de zin positief is (ja-zin), is de tag question negatief (nee-zin). Als de zin negatief is, is de tag question positief.
He is a strict teacher, isn’t he?
You aren’t in my class, are you?
TIP! De hoofdzin en de tag question staan altijd in dezelfde tijd.
Bij de werkwoorden am, are, is en can moet je het werkwoord herhalen in de tag question.
Bij andere werkwoorden gebruik je een vorm van to do in de tag question.
You can speak English, can’t you?
She volunteered at the hostel, didn’t she?