This lesson contains 16 slides, with text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 60 min
Introduction
Beeldpoezie
Deze les gaat over tekst en beeld:
Als je een boek leest verwerk je tekst en illustraties, samen nemen ze je mee in een andere wereld, in je eigen verbeelding. Verhalen in de hoofd ontstaan doordat je aan iets denkt, maar denk je in gesproken of geschreven taal? Of misschien in beeld. En wat gebeurt er als je dit met elkaar gaat vermengen? In deze les gaan we dit onderzoeken en hiermee spelen.
Instructions
Maak als je de ruimte hebt met de kinderen eerst een koppeling met de voorgaande les.
Vorige les hebben een flipboekje met een verhaaltje over vorm en kleur gemaakt. Hebben jullie het nog thuis laten zien? Wat vond je er zelf van. Wat heb je ervan geleerd? {bijvoorbeeld dat plaatjes gaan bewegen als je er meerdere snel achter elkaar ziet, dat deze plaatjes onderling niet teveel van elkaar moeten verschillen, dat je dus met potlood en papier een film kunt maken, maar alle reflectie is welkom]
We hebben het ook gehad over ritme en patronen. Hoe voel je het ritme in jezelf? [Alle antwoorden zijn goed, als ze er niet meer op komen, help ze dan, voel je het kloppen van je hart?] We hebben ritmes in beeld omgezet, in een filmpje. Je kan nu terugkijken naar de film die jullie maakten.
Wat zie en hoor je nu?
Vandaag gaan we spelen met woorden, zinnen en beelden. Hoe zie jij woorden? Zou je kunnen tekenen met letters?
Instructions
Items in this lesson
verbeelden
Slide 1 - Slide
This item has no instructions
Slide 2 - Video
This item has no instructions
BEELDVERHAAL
Beeldpoëzie
Slide 3 - Slide
In de vorige les hebben we naar ritme gekeken en een ritme gemaakt met lijnen en blokken.Je hebt geleerd dat er veel ritme om je heen te ontdekken valt. We kijken weer even naar het filmpje dat vorige week is gemaakt.
Wat zie je nu? Welk beeld ritme is werkt het beste?
Slide 4 - Slide
This item has no instructions
Op de Bibelebonse berg
wonen Bibelebonse mensen
en die Bibelebonse mensen
hebben Bibelebonse kinderen
en die Bibelebonse kinderen
eten Bibelebonse pap
met een Bibelebonse lepel
uit een Bibelebonse nap!
Slide 5 - Slide
Er zit ook ritme in gesproken en geschreven taal, zoals in rijmpjes. Luister maar eens naar
Op de Bibelebonse berg
wonen Bibelebonse mensen
en die Bibelebonse mensen
hebben Bibelebonse kinderen
en die Bibelebonse kinderen
eten Bibelebonse pap
met een Bibelebonse lepel
uit een Bibelebonse nap!
Voel je het ritme in dit versje?
Kan iemand een nieuwe zin maken, zonder woorden uit te spreken, dus alleen met lalalalalalalala lala lalalala?
Lientje leerde Lotje lopen
langs de lange Lindenlaan
maar toen Lotje niet wou lopen
toen liet Lientje Lotje staan.
Slide 6 - Slide
of deze waar je met je tong over struikelt, laat de kinderen meedoen, en ga steeds sneller:
Lientje leerde Lotje lopen
langs de lange Lindenlaan
maar toen Lotje niet wou lopen
toen liet Lientje Lotje staan.
In de volgende slide gaan we kijken naar een film gedicht, vraag de kinderen of ze goed naar de tekeningen willen kijken, wat zie je?
Slide 7 - Video
We gaan een film kijken, het is gebaseerd op een gedicht van Annie MG Smidt die jullie vast wel kennen als schrijfster van Pluk van de Petteflet.
Annie schreef ook veel gedichten en liedjes. Zoals kinderen graag buiten of met speelgoed spelen, zo speelde Annie graag met taal, ritme en rijm. Een paar filmstudenten maakte bij haar gedicht van de Burgermeester van Hoogezande een korte film. Jullie krijgen een kijkopdracht: houd je ogen goed open en onderzoek hoe de tekeningen in de film zijn gemaakt.
https://www.youtube.com/watch?v=o-FyaX1Goks
Na de film bespreek je het volgende:
Wie heeft ontdekt hoe de tekeningen in de film werden gemaakt? [Laat de kinderen vertellen over de letters en de tekeningen, over de typemachine (wie weet wat dat is?).
Zo kun je dus ook een beeldverhaal maken met letters, cijfers en leestekens.
Neem de tijd. Deze film en de reflectie hierop vormen de inspiratie op de maak opdracht.
In de volgende twee slides gaan we er nog wat dieper op in.
Beeldpoëzie
Slide 8 - Slide
Bereid de kinderen voor op de maak opdracht, om zelf een beeldpoëzie te maken. Doe hiervoor eerst nog wat oefeningen samen.
Het is handig als de kinderen een papier en pen of potlood hebben, zodat ze ook actief kunnen meedoen.
Doe je ogen dicht en denk aan het woord "zon", doe je ogen nu open en teken en schrijf wat je in je hoofd zag toen je aan het woord dacht. Verwerk een tekening in je woord.
Doe dit nu met het woord "wolk".
Bekijk een paar verschillende voorbeelden van de wolken en zonnen die de kinderen maakten.
Ga dan door naar de volgende slide, en bekijk met de kinderen hoe een ander kind dit deed.
Slide 9 - Slide
Hier zie je een voorbeeld van de verbeelding van het woord zon en wolk.
Dit is beeldpoëzie, beeldrijm of beeldgedicht.
Vraag aan de kinderen:
Wat zie je? Wat lees je? Is dit taal of tekenen?
Ga dan door naar de volgende slide, waarin de maker ook speelt met beeldrijm.
Slide 10 - Slide
Wat zie je? Wat lees je?
En hoe is dit gemaakt?
[met een computer, niet met pen en papier].
Hierna nog een paar voorbeelden, omdat het zo leuk is!
Slide 11 - Slide
Welk woord lezen we? En wat zijn de letters nog meer, naast letters om te lezen?
Slide 12 - Slide
This item has no instructions
Slide 13 - Slide
This item has no instructions
MAAKOPDRACHT
Nu mogen jullie zelf beeldpoëzie maken
Slide 14 - Slide
Nu gaan de kinderen zelf aan de slag.
Opdracht: maak een poster van een woord, en gebruik hierin letters als tekening en tekeningen als letters. Je mag zelf weten hoe je dat doet.
Ongeveer 30 minuten tekenen en bedenken.
Materialen: pen, stift, potloden, papier, kranten, tijdschriften, letterstempels, misschien een oude typemachine, computer en printer, letter sjablonen.
Inspiratie: Misschien bedenk je zelf al een mooi woord waar je een beeldpoëzie poster van wil maken. Als je al een woord hebt kun je aan de slag.
Voor degene die nog geen woord hebben gaan we even ons beelddenkmachine aanzetten. Sluit je ogen en bedenk hoe je vanochtend wakker werd in je kamer, ga terug naar het moment dat je uit je bed stapte, houd je ogen gesloten en probeer terug te halen wat je zag. Misschien ging je gelijk je tandenpoetsen of naar de WC, zijn dat woorden waar je een beeld bij krijgt en beeldrijm over kunt maken. Zo niet wandel dan nog even door in je hoofd, je ging ontbijten, je bordje, het raam, je pakte de fiets, wat zag je onderweg, een hek of de wielen van een auto, een koe in de wei, een vogel in de lucht....
Doe je ogen open en kies een woord waar je mee gaat werken, als je nog niks weet geen probleem, dat komt vanzelf als je gaat tekenen.
Extra: Als je poster af is en je hebt nog tijd, dan kun je een klein verhaaltje om jouw beeldwoord bedenken. Schrijf dit er in een paar regels onder. Gebruik hierbij ook letters voor tekeningen en tekeningen voor letters.
Tenslotte:
Fotografeer alle beeldwoorden op de animatie tafel en laat de kinderen hun woorden inspreken.
FILM MAKEN
Slide 15 - Slide
Als de tekening af is leggen ze deze op de (animatie)tafel. De experts maken een kort filmpje van de tekening terwijl de maker het geluid inspreekt dat bij de tekening kan horen. Bijvoorbeeld bij slang ' ssssssssslang' en bij wolk ' wooolhhuk'.
Verdieping: Laat de leerlingen een kort versje van 2 tot 4 regels maken bij het getekende woord. Kunnen ze ook Beeldpoëzie maken met meerdere getekende woorden op een vel?