Herhalen en opdrachten § 6.1 Je inkomen wordt belast

H6 Iedereen betaalt belasting
§ 6.1 Je inkomen wordt belast
1 / 37
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 37 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H6 Iedereen betaalt belasting
§ 6.1 Je inkomen wordt belast

Slide 1 - Slide

§ 6.1 Je inkomen wordt belast

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
In deze les leer je:
  • waarom loonheffing wordt ingehouden
  • wat inkomstenbelasting is
  • wat belastbaar inkomen, eigenwoningforfait en bijtelling is
  • wat aftrekposten zijn
  • hoe je het belastbaar inkomen berekent

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Inkomstenbelasting

Slide 5 - Slide

Loonheffing

Slide 6 - Slide

Loonstrook
Hoe werkt dat nou met al die belastingen?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Inkomstenbelasting

Slide 9 - Slide

Belastbaar inkomen

Slide 10 - Slide

Aftrekposten

Slide 11 - Slide

     brutoloon
  + bijtellingen
   - aftrekposten
     --------------------------
     belastbaar inkomen
eigenwoningforfait
auto van de zaak
b
hypotheekrente 
giften goede doelen
reiskosten woon-werkverkeer 
a
  • Het belastbaar inkomen wil je zo laag mogelijk hebben!

Slide 12 - Slide

Belastbaar inkomen berekenen

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Oefenen

Slide 15 - Slide

Rekenopgave
De WOZ-waarde van een woning is € 180.000. Bereken het eigenwoningforfait.
Antwoord
180000 : 100 x 0,55 = € 990

Slide 16 - Slide

Voorbeeld berekening belastbaar inkomen
- Wendy heeft een brutojaarinkomen van € 36.000,-
- Daarnaast heeft ze een huis met een hypotheek van € 250.000,- met een rente van 4,5%.  
- Het eigen woningforfait is 0,55%, de woningwaarde is € 250.000,-.
Bereken haar belastbaarinkomen.

  • Bruto jaarinkomen                                             € 36.000,-
  • Bijtelling          € 250.000 x 0,55 : 100 =       € 1.375,-         +
  • Aftrekpost      € 250.000,- x 0,045   =          € 11.250,-        -

  • Belastbaar inkomen                                          € 26.125,-        

Slide 17 - Slide

Het bruto jaarinkomen is €110.000.
Het eigenwoningforfait is €4.500
De hypotheekrente €14.200.
Bereken het belastbaar inkomen.

Slide 18 - Open question

Jantje heeft een brutoloon van €7.083,33 per maand
Verder betaald hij een 1,5% hypotheek over €400.000
Zijn eigenwoningforfait is €1.000

Bereken zijn belastbaar inkomen

Slide 19 - Open question

blz 173
Vraag 8 t/m 11

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Voorbeelden van bijtellingen zijn: eigenwoningforfait, bijtelling privégebruik auto van de zaak en vakantiegeld
A
juist
B
onjuist

Slide 23 - Quiz

Welke bijtelling heb je mee te maken wanneer je een eigen huis hebt?
A
hypotheekrente
B
huur
C
eigenwoningforfait
D
overdrachtsbelasting

Slide 24 - Quiz

De woning van Jens is €400.000 waard. Hij heeft maar een hypotheek van €350.000. Zijn eigenwoningforfait is 0,2%. Hoeveel moet hij aan bijtelling betalen?
A
€7000
B
€700
C
€8000
D
€800

Slide 25 - Quiz

Bijtelling of aftrekpost?
Eigenwoningforfait
A
Bijtelling
B
Aftrekpost

Slide 26 - Quiz

Bijtelling of aftrekpost?
studiekosten
A
Bijtelling
B
Aftrekpost

Slide 27 - Quiz

Bijtelling of aftrekpost?
Hypotheekrente
A
Bijtelling
B
Aftrekpost

Slide 28 - Quiz

Bijtelling of aftrekpost?
Auto van de zaak
A
Bijtelling
B
Aftrekpost

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

1 opgave
blz 175
werk in stilte zodat iedereen dit rustig kan maken
vraag 3
timer
10:00

Slide 33 - Slide

Slide 34 - Slide

CT stof HF4
paragraaf 1 : Wat is een CAO, arbeidsmotieven? Waarom werken mensen deeltijd?
Paragraaf 2: verschil tussen eenmanszaak, VOF, BV/NV
Paragraaf 3: vraag en aanbod van arbeid; hoe werkt dat?
Paragraaf 4: soorten werkeloosheid verschillen tussen weten

Slide 35 - Slide

HF 5
Paragraaf 1: verschil tussen collectieve en particuliere sector? Wat is privatisering?
Paragraaf 2: verschil tussen planeconomie en markteconomie?
Paragraaf 3: sociale verzekeringen? Werknemersverzekeringen? Verzorgingsstaat?

Slide 36 - Slide

HF 6
Paragraaf 6.1 Waaruit bestaat loonheffing?
Belastbaar inkomen uitrekenen
Wat is een heffingskorting?

Slide 37 - Slide