Les 3 examen LL Feiten en meningen 2F PNB

• Nederlands
• MBO
• Studiejaar 2

Les 3

Herhaling tekstdoelen 

Signaalwoorden (filmpje)

Feiten, mening, argument

Moeilijke woorden

Tekstdoel?

1. Informeren
2. Overhalen
3. Amuseren
4. Instrueren

Tekstdoel?

1. informeren
2. overhalen
3. instrueren
4. overtuigen/betogen

Tekstdoel?

1. Informeren
2. Overtuigen
3. Ontspannen
4. Overhalen

Tekstdoel?

1. informeren
2. instrueren
3. overtuigen
4. amuseren

tekstdoel?

Tekstdoel =

Feit, mening en 

argument.

Feit/mening

1. Noem een feit
2. Noem een mening

13 x 13 = 169

Feit of mening?

Miele, er is geen betere

Feit of mening?

Feit/mening

1. Feit: dikke kat
2. Mening: lief, mooi
3. Geef een argument voor jouw mening.

Ik vind dat bezoekers een mondkapje op moeten zetten.

Feit of mening?

Noteer 2 argumenten die jouw mening ondersteunen.......

We gaan oefenen!

Lees de tekst 'Wat zou u doen?'

1- Onderstreep moeilijke woorden

2- Maak de vragen

(10 minuten)

Schrijven

Schrijf een stukje tekst van minimaal 100 woorden waarin je uitlegt aan een cliënt hoe je een mondkapje opdoet. 

Gebruik zoveel mogelijk signaalwoorden!!!

Klaar? Inleveren!

Wat is een argument?

1. een argument is bewijsbaar
2. een argument is een reden waarom jij iets vindt

Voorbeelden van signaalwoorden zijn:

1. de, het, een
2. eerst, daarna, vervolgens
3. daarom, omdat, want
4. jou, jouw, onze, jullie

Volgende week

Handvatten om een tekst te kunnen lezen.