Opdracht NiC - poezie

1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo g, t, mavo, havo, vwoLeerjaar 1-3

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Gedichten zijn gemakkelijk te begrijpen.

Slide 2 - Open question

Een goed gedicht rijmt.

Slide 3 - Open question





RAADGEDICHT

Slide 4 - Slide

Welk woord
zou jij invullen?

Slide 5 - Mind map

Slide 6 - Slide




KEUZE VAN DE DICHTERES

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Wat is volgens jullie poëzie?
Wat maakt een gedicht tot een gedicht?

Slide 9 - Mind map

Poëzie
<> Op een andere manier naar taal kijken.
<> Vaak over een gebeurtenis of moment.
<> Andere vorm:
     Kortere regels dan een in een gewoon stuk tekst (= versregels)
     Ander leestekengebruik
     Vaak strofen
     Veel wit
<> Gedachten en gevoelens zijn belangrijk.
<> Soms komt er rijm in voor.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Stiftgedicht
Een stiftgedicht is een gedicht dat niet ontstaat door
zélf te schrijven, nee, een
stiftgedicht maak je door
tekst te schrappen!

Slide 12 - Slide

Het stiftgedicht is een nieuwe en vrije dichtvorm. Bij dit gedicht wordt er eigenlijk niet geschreven, maar het ontstaat door te schrappen.
Een stiftgedicht wordt gemaakt door met een dikke zwarte stift in een bestaande, gedrukte tekst woorden of delen van woorden weg te strepen, net zolang tot wat overblijft een gedicht is. Dit uiteindelijke gedicht heeft (vaak) niets meer met de oorspronkelijke tekst te maken.
Het stiftgedicht is een voorbeeld van een readymade: kunst die ontstaat uit iets bestaands.

Slide 13 - Slide

Tips
- Scan de tekst totdat je een zin of woord vindt dat je raakt.
Kijk of je vanuit dat woord of die zin naar enkele andere woorden of zinnen kunt springen, zodat je het begin van je gedicht krijgt.
- Blijf vrij in de associaties die je maakt. Je kunt in de tekst naar vergelijkbare woorden gaan zoeken, maar blijf open staan voor verrassende wendingen.
- Bedenk eerst het volledige gedicht in je hoofd. Omlijn daarna met potlood de passages die je wilt gebruiken. Op het laatst begin je pas met het daadwerkelijk wegstrepen.

Slide 14 - Slide

STIFTGEDICHT

Slide 15 - Slide

Stiftgedicht.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Video