Past simple + Past continuous (self-practise)

Present tenses 
English practise
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with text slides.

Items in this lesson

Present tenses 
English practise

Slide 1 - Slide

Let's practise the tenses!
In these slides, you are presented with exercises and explanations on:
  • The Past simple
  • The Past continuous

Do the exercises and take notes! You are expected to know this for the next couple lessons.

Slide 2 - Slide

Past Continuous: what do you remember?

Slide 3 - Slide

Past Continuous
Hoe maak je de past continuous?
Wanneer gebruik je de past continuous

Slide 4 - Slide

The Past Continuous: gebruik
Adam was doing his homework. 
They were building a treehouse. 
I was telling a story.

Hoe maak je de Past Continuous?

    Slide 5 - Slide

    The Past Continuous: vorm
    Adam was doing his homework. 
    They were building a treehouse. 
    I was telling a story.

    Hoe maak je de Past Continuous?
    to be (was/were) + hele ww + ing

      Slide 6 - Slide

      The Past Continuous: vorm
      Adam was doing his homework. 
      They were building a treehouse. 
      I was telling a story.

      Hoe maak je de Past Continuous?
      to be (was/were) + hele ww + ing
        Het lijkt op de present continuous!
        'Adam is doing his homework.'

        Slide 7 - Slide

        The Past Continuous: gebruik
        Adam was doing his homework. 
        NL: 

        Wanneer gebruiken we de Past Continuous?


        NL:

          Slide 8 - Slide

          The Past Continuous: gebruik
          Adam was doing his homework. 
          NL: Adam was zijn huiswerk aan het doen. 

          Wanneer gebruiken we de Past Continuous?


          NL:   was/waren aan het….

            Slide 9 - Slide

            The Past Continuous: gebruik
            Adam was doing his homework. 
            NL: Adam was zijn huiswerk aan het doen. 

            Wanneer gebruiken we de Past Continuous?
            Je gebruikt de past continuous om te vertellen over iets in het verleden dat langere tijd heeft aangehouden
            NL:   was/waren aan het….

              Slide 10 - Slide