4.3 Lezen

Welkom bij Nederlands!
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Slide

In deze les:
  • Start van de les met filmpje
  • (Nakijken: Fictie)
  • Uitleg:
    - beeld en opmaak 
    - tekstsoorten

  • Zelfstandig maken: opdracht 1 t/m 8 

Doelen van deze les:
  1. Aan het einde van de les kun je tekstsoorten herkennen. 

  2. Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe een schrijver zijn tekst kan laten opvallen met beeld en opmaak.

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Video

4.3 Lezen: uitleg

Slide 4 - Slide

Beeld en opmaak
Een schrijver kan zijn tekst laten opvallen. Hij gebruikt daarvoor beeld en opmaak.

Dat is de manier waarop een tekst is vormgegeven.

Slide 5 - Slide

Hoe kan de schrijver een tekst laten opvallen? 
  1.  Door de verdeling van de tekst over de bladzijde of het beeldscherm;
  2.  Door de soort letter en de grootte van die letter;
  3.  Door het gebruik van kleuren;
  4.  Door de plaatjes bij de tekst.

    Een ander woord voor beeld en opmaak samen is: lay-out.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Tekstsoorten
Een schrijver heeft altijd een doel als hij een tekst schrijft: het tekstdoel.

Alle teksten met
hetzelfde tekstdoel, horen bij dezelfde tekstsoort.

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Zelfstandig maken: 
opdracht 1 t/m 8 
Basis: blz 20 
Kader: blz 24

Slide 10 - Slide

Welkom bij Nederlands!

Slide 11 - Slide

In deze les:
  • (Nakijken)
  • Uitleg:
    - beeld en opmaak 
    - tekstsoorten
  • -Leespubliek
  • -Kernzin en toelichting
  • Samen lezen

  • Zelfstandig maken: opdracht 2 t/m 16 

Doelen van deze les:
  1. Aan het einde van de les kun je tekstsoorten herkennen. 

  2. Aan het einde van de les kun je uitleggen hoe een schrijver zijn tekst kan laten opvallen met beeld en opmaak.
  3. Aan het einde van les weet je wat een leespubliek is
  4. Je weet wat kernzinnen zijn

Slide 12 - Slide

Beeld en opmaak
Een schrijver kan zijn tekst laten opvallen. Hij gebruikt daarvoor beeld en opmaak.

Dat is de manier waarop een tekst is vormgegeven.

Slide 13 - Slide

4.3 Lezen uitleg

Slide 14 - Slide

Hoe kan de schrijver een tekst laten opvallen? 
  1.  Door de verdeling van de tekst over de bladzijde of het beeldscherm;
  2.  Door de soort letter en de grootte van die letter;
  3.  Door het gebruik van kleuren;
  4.  Door de plaatjes bij de tekst.

    Een ander woord voor beeld en opmaak samen is: lay-out.

Slide 15 - Slide

Tekstsoorten
Een schrijver heeft altijd een doel als hij een tekst schrijft: het tekstdoel.

Alle teksten met
hetzelfde tekstdoel, horen bij dezelfde tekstsoort.

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

tekstdoelen

Slide 18 - Slide

een betoog
Een betoog is een tekst waarmee de schrijver de lezer wil overtuigen van zijn mening.
Een betoog bestaat uit drie delen: inleiding, kern en slot.
• In de inleiding geeft de schrijver zijn mening over het onderwerp.
• In de kern geeft hij de argumenten voor zijn mening.
• In het slot geeft hij zijn eindoordeel: zijn conclusie. Daarbij herhaalt hij zijn mening.

Slide 19 - Slide

Opbouw van een langere tekst
Een langere geschreven tekst is vaak uit drie delen opgebouwd: 
  • een inleiding
  • een middenstuk
  • een slot.

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

De kern

Slide 23 - Slide

Leespubliek
Groep lezers waarvoor de tekst bedoeld is
Waar kan je aan denken?
-Afbeeldingen
-De bron
-Het taalgebruik
-Het onderwerp

Slide 24 - Slide

Kernzin
Een alinea heeft twee delen: een kerzin en een toelichting bij de kernzin.
-Zin met de belangrijkste informatie
-Meestal de eerste zin van de alinea
-Soms de laatste zin van de alinea

Slide 25 - Slide

Zelfstandig maken: 
opdracht 8 t/m 16 
Basis: blz 25 
Kader: blz 30

Slide 26 - Slide

Zelfstandig maken: 
opdracht 16 t/m 24 
Basis: blz 28 
Kader: blz 34

Slide 27 - Slide