Feiten, meningen en argumenten

Lezen
Pak je leesboek en ga lezen.

timer
17:00
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lezen
Pak je leesboek en ga lezen.

timer
17:00

Slide 1 - Slide

Feiten, meningen en argumenten in een tekst herkennen

- je weet wat een feit is

- je weet wat een mening is

- je weet wat een argument is


Slide 2 - Slide

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit 
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument

Slide 3 - Slide

Schrijf een feit op over Mac Donalds.

Slide 4 - Mind map

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument

Slide 5 - Slide

schrijf je mening over Mac Donalds

Slide 6 - Mind map

Feit/mening/argument
  1. Noem een feit
  2. Noem een mening
  3. Noem een argument 

Slide 7 - Slide

Je hebt net je mening gegeven over Mac Donalds. Vertel nu waarom je dat vindt.

Slide 8 - Mind map

Heb je het begrepen?

Slide 9 - Slide

Staat hier een feit, mening of argument?

Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 10 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Op Kerstavond moet iedereen naar de kerk.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 11 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind de minions een leuke film.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 12 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 13 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Als je te laat bent, dan moet je je melden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 14 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Ik vind het raar om docenten aan te spreken met u.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 15 - Quiz

staat hier een feit, mening of argument

omdat je eerst het Sinterklaasfeest moet vieren en dan pas Kerst.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 16 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Jesse Klaver moet de nieuwe minister president worden.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 17 - Quiz

Staat hier een feit, mening of argument?

Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument

Slide 18 - Quiz