Om de toets te doen, draaien jullie eerst allemaal je tafel om.
Slide 2 - Slide
Slide 3 - Slide
Slide 4 - Slide
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Woord
Slide 8 - Slide
Dia-toets maken
Hoe
Individueel, in stilte
Hulp
Vinger opsteken, fluisterend je vraag stellen (anderen blijven zo gefocust) - alleen praktische vragen over de toets, geen inhoudelijke vragen
Tijd
72 minuten
Uitkomst
Met deze toets krijg je inzicht in je taalniveau - het is een nulmeting van waar je nu staat
Klaar
Keuze:
- Lees in je leesboek
- Werk aan je boekenkaft
- Oefen met de Woordtrainer (Som > Vakken > Nederlands > Leermiddelen > Talent > hoofdstuk 1.5 > scroll naar beneden blauwe vak)
- Speel het spel Blooket/Tower Defense om de woordenlijst te oefenen (Som > Vakken > Nederlands > Bijlagen > 'Spel (Blooket/Tower Defense) - woordenlijst hoofdstuk 1')
Slide 9 - Slide
Wat is ook alweer de persoonsvorm?
Slide 10 - Slide
Persoonsvorm
Elke zin heeft een persoonsvorm
Vorm van het werkwoord (meestal één woord)
De persoonsvorm geeft belangrijke informatie over de zin
Je kunt aan de persoonsvorm zien of de zin over vroeger of over nu gaat
Hij staat in het enkelvoudof in het meervoud
Hij danste op de straat.
Slide 11 - Slide
Samenwerken
timer
1:00
Wat
Vertel aan je buurman of buurvrouw hoe jij de persoonsvorm in de zin vindt. Wissel daarna om.
Hoe
Rustig overleggen
Hulp
Elkaar, ik loop lang
Tijd
Eén minuut
Uitkomst
We gaan straks verder praten over manieren om de persoonsvorm te vinden.
Klaar
Wacht rustig tot we verder gaan
Slide 12 - Slide
Zo vind je de persoonsvorm
Tijdproef
1. Zet de zin in een andere tijd
2. Het woord dat verandert, is de persoonsvorm
Slide 13 - Slide
Zo vind je de persoonsvorm
Tijdproef
1. Zet de zin in een andere tijd
2. Het woord dat verandert, is de persoonsvorm
Met wie gaat Frank altijd naar de bakker om taart te kopen?
Met wie ging Frank altijd naar de bakker om taart te kopen?