Jong & Oud H7 + H8

Jong & Oud H6 + H7
Woensdag 
8:30 - 9:30
1 / 27
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Jong & Oud H6 + H7
Woensdag 
8:30 - 9:30

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
- Terugblik (10 min);
- Uitleg Jong & Oud H6 + H7 (30 min); 
- Waar wil je meer uitleg over? (5 min);
- Lubach (15 min). 
 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Leerdoelen 
- Je kunt het verschil uitleggen tussen omslagstelsel en kapitaaldekkingsstelsel. 
- Je kunt uitleggen dat er bij bedrijfspensioenen wordt geruild over tijd. 
- Je kunt drie inkomstenbronen van ouderen noemen. 
- Je kunt het verschil tussen AOW en pensioen uitleggen. 
- Je kunt verschillende beleggingsvormen tegen elkaar afwegen. 
- Je kunt uitleggen hoe een vernadering van de verhouding tussen actieven en inactieven gevolgen kan hebben voor hoogte van AOW-premies en de hoogte van AOW-uitkeringen.
- Je kunt uitleggen dat vergrijzing een verhoging van de AOW-leeftijd noodzakelijk kan maken
- Je kunt de overdrachten tussen generaties verklaren en ze grafisch en rekenkundig interpreteren. 
- Je kunt het profijtbeginsel uitleggen en toepassen. 
- Je kunt de invloed van veranderingen in de omvang en samenstelling van de bevolking op de financiering van de oudedagsvoorziening uitleggen. 
- Je kunt voordelen en nadelen noemen van de oplossingen voor de toenemende kosten van vergrijzing en dit toelichten. 

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Planning komende weken
Week 1: Toetsbespreken & start 
Week 2: Conjunctuur H1 + Conjunctuur H2 deel 1
Week 3: Conjunctuur H2 deel 2 (45 min)
Week 4: Conjunctuur H3 
Week 5: Keuzegedrag H1 + H2 deel 1
Week 6: Keuzegedrag H2 deel 2 + H3 
Week 7 + 8: Vakantie
Week 9: Jong en oud H7 en H8 
Week 10: Herhaling 
Week 11: SE: Conjunctuur H1 t/m H3, keuzegedrag H1 t/m H3, Jong en Oud H1 t/m H8 

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

EV = C + I + O + ( E - M )
C = 0,85Y + 30
I = 20
O = 5
(E - M) = 25
EV = Y
Bereken het evenwichtsinkomen & bepaal de spaarfunctie.

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Als je 50 euro verliest, doet dat het je meer dan dat je het wint. Dat zie je in deze grafiek. 

Slide 6 - Slide

Onderzoek: mensen nemen meer risico wanneer er iets verloren kan worden.

Bij de eerste keuze kon er alleen iets gewonnen worden (minder risico)

Bij de tweede keuze kon er ook iets verloren worden. 

Opvallend: want in essentie zelfde keuze
Onder ..... verstaan we dat mensen gemakkelijker geld besteden aan een dure melkopschuimer bij de aanschaf van een koffieapparaat dan dat zij zoveel geld zouden uitgeven aan dezelfde opschuimer als ze die los aanschaffen.

Welk begrip past op de puntjes?
A
De standaard
B
Het woord gratis
C
Relatieve opofferingskosten
D
Verliesaversie

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Vaker wordt geadverteerd met 'gratis verzending' dan met 'verzending inbegrepen'. Dit verhoogt de omzet vanwege
A
het referentiekader
B
het woord gratis
C
relatieve opofferingskosten
D
de standaard

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Supermarkten bieden snoepjes aan in schappen op kinderhoogte, zodat kinderen ze makkelijk kunnen pakken. Dit is een voorbeeld van
A
het woord gratis
B
de lokvogel
C
relatieve opofferingskosten
D
het bezitseffect

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat past NIET bij nudging
A
Keuzes
B
Beïnvloeding
C
Gedrag
D
Wetgeving

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is een voorbeeld van nudging?
A
Het verhogen van belastingen op suikerhoudende dranken.
B
Het plaatsen van gezonde voedingsmiddelen op ooghoogte in supermarkten.
C
Het verplicht stellen van het dragen van een veiligheidsgordel in de auto.
D
Het aanbieden van kortingen op biologische producten.

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Inkomsten senioren
Bestaat uit: 
- Bedrijfspensioen: Kapitaaldekkingsstelsel (Zelf gedwongen gespaard tijdens je werkjaren). 
- AOW : Omslagstelsel (premies door werkenden aan uitkeringen aan senioren) 
- Zelf gespaard vermogen. 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Waarom zou je door de overheid gedwongen worden om te sparen voor je pensioen?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Stelling:
De AOW-leeftijd mag niet omhoog.
😒🙁😐🙂😃

Slide 14 - Poll

This item has no instructions

Vergrijzing is...
Theorie
Hoe meer inactieven, hoe meer de actieven moeten dragen. AOW-leeftijd omhoog? Dan zijn er langer meer actieven. 
A
toename van het aantal inactieven ten opzichte van actieven
B
afname van het aantal inactieven ten opzichte van actieven
C
toename van het aantal actieven ten opzichte van inactieven
D
afname van het aantal actieven ten opzichte van inactieven

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Pensioenfondsen
Geld vanuit bedrijf gaat naar pensioenfonds
--> Investeren het in: 
* Obligaties (overheidsleningen, zijn veilig, rendement in de vorm van rente) 
* Aandelen (stukje van een bedrijf, minder veilig, rendement in de vorm van dividend + koerswinst)

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Verzorgingsstaat
Vanaf 1950 een opbouwende verzorgingsstaat (sociale zekerheid). Daarvoor solidariteit door de kerk + familie en een nachtwakersstaat (kleine rol overheid).
--> Herverdeling overheid door bijvoorbeeld belastingen. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Consumptie van jongeren
Besteedbaar inkomen van werkenden
Consumptie van ouderen
De afdrachten van de werkende generatie
B2 = A + C

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Netto-ontvangers
Netto-ontvangers
Netto-betalers
De werkenden betalen voor de consumptie van de ouderen en kinderen. 
B2= A + C. 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Jongeren hebben vaak meer schulden dan ouderen.
(Bedenkt ook: waarom?)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Milieuschade heeft een permanent effect op toekomstige welvaart van toekomstige generaties.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Wat wil je nog weten?
Volgende week herhalingsles: 
- Pak de stof erbij (Conjunctuur H1 t/m H3, keuzegedrag H1 t/m H3, Jong en Oud H1 t/m H8); 
- Bekijk waar je nog vragen over hebt: theorie of juist een rekenvraag 
- Schrijf op wat jij graag naar voren ziet komen. 
- Klaar? Pak je boek & ga opdrachten maken of als geluid het doet Lubach.

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

Aan de slag
Wat? - Opschrijven wat je volgende week graag besproken wil hebben (theorie stukjes of/en rekenen) 
           - Opdrachten studiewijzer (7.1 t/m 7.9 &  8.1 t/m 8.6)

Hoelang?
Tot 9:25 daarna samen afsluiten. 

Hoe?  Je mag met je buurman/buurvrouw overleggen op normaal praatniveau.

Huiswerk? 7.1 t/m 7.9 & 8.1 t/m 8.6


Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Afsluiting
Leerdoelen: 
- Je kunt uitleggen dat veel economische modellen gebaseerd zijn op rationeel denken van mensen terwijl mensen zich systematisch irrationeel en naïef gedragen en dit toepassen. (sociale prijzen, waardering van werk en motivatie, apeneconomie).
- Je kunt uitleggen dat mensen door meer zaken ontmoedigd of aangemoedigd kunnen worden dan met financiële prikkels. 
- Je kunt uitleggen hoe de overheid de consument beschermd tegen marktfalen. 
- Je kunt uitleggen wat 'nudge' is en dit concept toepassen. 
Volgende les: 
Jong en oud H7 + H8, dus vergeet je boek dan niet!

Slide 27 - Slide

This item has no instructions