This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Over de grens
Weet je het nog?
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Met welk percentage is de Nederlandse export van groenten in 2011 toegenomen t.o.v. 2010? antw. 1 decimaal
A
5,0
B
0,5
C
0,05
D
0,005
Slide 3 - Quiz
Wat is het percentage van ons nationaal inkomen dat we verdienen met export?
A
Importquote
B
Open economie
C
Contigentering
D
Exportquote/percentage
Slide 4 - Quiz
Wat is wederuitvoer?
A
goederen aan een ander land verkopen
B
goederen importeren en dan doorverkopen aan het buitenland
C
Een protectiemaatregel om import tegen te gaan
D
Goederen verkopen aan het buitenland die in Nederland gemaakt zijn
Slide 5 - Quiz
Wat is welvaart?
timer
0:30
A
Hoeveel iemand kan kopen
B
In je behoeften voorzien door iets zelf te maken
C
Kiezen welke behoeften voor jou belangrijk zijn
D
In hoeverre je in je behoefte kunt voorzien
Slide 6 - Quiz
In China leven 1.357 miljoen mensen. Het nationaal inkomen is 3.284 miljard. Wat is het gemiddelde inkomen per hoofd van de bevolking?
A
2240
B
4202
C
2420
D
4002
Slide 7 - Quiz
Nederland moet 0,7% van het nationaal inkomen uitgeven aan ontwikkelingshulp. Het nat. inkomen is 780 miljard. Wat moet Nederland dan dus uitgeven aan ontwikkelingshulp?
A
546.000.000
B
546.000
C
546.000.000.000
D
5.460.000
Slide 8 - Quiz
Wat is een monocultuur
A
Dat er maar 1 geloof is
B
Dat er maar 1 of weinig producten zijn
C
Dat er maar 1 bedrijf is
D
Dat er veel bedrijven zijn
Slide 9 - Quiz
Wat is geen nadeel van een monocultuur?
A
Bij een misoogst heb je minder of geen inkomsten
B
Als de vraag daalt op de wereldmarkt, dan heb je minder of geen inkomsten
C
je bent afhankelijk van maar 1 of enkele exportproducten
D
Vaak zijn het onbewerkte grondstoffen en die leveren bij export minder op dan industriële producten
Slide 10 - Quiz
Noodhulp
Slide 11 - Slide
Wat is een voorbeeld van structurele hulp?
A
Medicijnen geven
B
Voedsel en water geven
C
Mensen opleiden
D
Tenten sturen
Slide 12 - Quiz
Noodhulp of structurele hulp?
A
Noodhulp
B
Structurele hulp
Slide 13 - Quiz
Hoe kun je een vicieuze cirkel van armoede in een ontwikkelingsland het beste doorbreken?
A
Door noodhulp.
B
Door structurele hulp.
Slide 14 - Quiz
1. Armoede 2. niet kunnen lezen of schrijven 3. niet naar school 4. kinderarbeid 5. ongeschoold werk
Wat is de juiste volgorde van de vicieuze cirkel?
A
1 - 2 - 3 - 4 -5 -1 - ...
B
1 - 2 - 4 - 3 - 5 - 1-...
C
1 - 4 - 2 - 3 - 5 - 1-...
D
1 - 4 - 3 - 2 - 5 - 1 - ...
Slide 15 - Quiz
Europese unie
Slide 16 - Slide
wat zijn voordelen van het oprichten van de EU ?
A
meer productie
B
een grotere interne markt
C
de quota
Slide 17 - Quiz
Wat is een voordeel van de EU?
A
Stabiliteit en vrede
B
Als land alleen heb je minder macht en invloed
C
Vrije handel
D
Vrij verkeer van personen
Slide 18 - Quiz
1. Vrij verkeer van goederen en diensten 2. Vrij verkeer van personen 3. Vrij verkeer van kapitaal
A
de Europese Monetaire Unie
B
de interne markt van de EU
C
de betalingsbalans van de EU
D
de Europese Centrale Bank
Slide 19 - Quiz
Onder welk vrij verkeer valt het plaatje hiernaast?
A
Vrij verkeer van goederen
B
Vrij verkeer van diensten
C
Vrij verkeer van personen
D
Vrij verkeer van kapitaal
Slide 20 - Quiz
De Eurozone is hetzelfde als de Europese Monetaire Unie.