pluriforme samenleving 4 ,5 en 6

Diversiteit
Functioneert alleen bij sociale cohesie (samenhang binnen de groep/samenleving) -> 
  1. affectieve bindingen (liefde, vriendschap)
  2. economische bindingen (werk, vervoer, onderdak)
  3. cognitieve bindingen (met mensen die je iets leren over leven, samenleving enz.)
  4. politieke bindingen (overheid zorgt voor bescherming en veiligheid)
1 / 13
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 13 slides, with text slides.

Items in this lesson

Diversiteit
Functioneert alleen bij sociale cohesie (samenhang binnen de groep/samenleving) -> 
  1. affectieve bindingen (liefde, vriendschap)
  2. economische bindingen (werk, vervoer, onderdak)
  3. cognitieve bindingen (met mensen die je iets leren over leven, samenleving enz.)
  4. politieke bindingen (overheid zorgt voor bescherming en veiligheid)

Slide 1 - Slide

integratie
Voor 2000 vooral gezien als sociaal-economisch proces
nu ook meer sociaal cultureel -> daarom inburgering verplicht

Gelijkwaardigheid vraagt een zekere aanpassing aan de dominante cultuur. -> positieverwerving
Let op : dit geldt ook omgekeerd.

Slide 2 - Slide

polarisatie
bedreiging van "eigen" identiteit kan leiden tot afkeer van anderen en versterken eigen identiteit.
Wij <-> Zij- denken

Slide 4 - Slide

Problemen
Ontstaan vooral bij 
  • uitsluiting
  • onzekerheid over identiteit
  • grensoverschrijdend gedrag
  • te veel migranten/anderen? 

Slide 5 - Slide

integratiebeleid
  • toegang tot arbeidsmarkt
  • mogelijkheid tot gezinshereniging en -vorming
  • onderwijs
  • politieke participatie
  • mogelijkheid tot permanente verblijfsvergunning
  • toegang tot naturalisatie
  • maatregelen om discriminatie tegen te gaan

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Slide 8 - Link

politieke partijen
Wat is de identiteit van Nederland?
tradities en Nederlandse cultuur (PVV, FvD)
of
 kosmopolisme en pluriformiteit (D'66 en Groen Links)

Slide 9 - Slide

Hoe kun je identificatie aan de Nederlandse cultuur bereiken (m.n. voor mensen met migratieachtergrond)?
  • functionele identificatie (iemand wordt beoordeeld op zijn beroep en niet om zijn afkomst)
  • normatieve identificatie (mensen passen zich aan aan de heersende normen)
  • emotionele identificatie (een gevoel van verbondenheid) 

Slide 10 - Slide

proces van integratie
Drie fasen:
  1. vermijding/afzondering -> nieuwkomers leven teruggetrokken (verlies veilige thuisland/angst voor nieuwe cultuur)
  2. conflict -> mensen eisen (zelfde) rechten en hun plaats op.
  3. aanvaarding -> men vindt de beste weg om samen te leven (op democratische wijze)

Slide 11 - Slide

Dilemma van pluriforme samenleving
Vrijheid om jezelf te zijn/een eigen identiteit te hebben
<->
eenheid binnen de samenleving als geheel

Slide 12 - Slide

Aan de slag
par 4.4  vraag 2,4,5, 8 en 10
par. 4.5 vraag 1, 2, 7 en 10
par. 4.6 -> 3,4,5,8 en 11


 

Slide 13 - Slide