2ha_LSJ_U3_Civilisation_Regarder_s44/2024

BIENVENU
1 / 25
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolWOLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

BIENVENU

Slide 1 - Slide

Programme P2
- SO vocabulaire unité 3: mercredi le 20 novembre 2024
- MO Qui est-ce?:                 la semaine du 9 décembre
- TW2:                                       schrijfvaardigheid unité 3 + 4

Slide 2 - Slide

Lundi 28 octobre 2024
- Programme P2 + celui de      cette semaine 
- Bespreking TW1
- 3.0 + 1actu1jour: Cannes
- Révision avoir/être



Les devoirs cette semaine
- Leren: regelmatige ww -er / mettre + uitspraak leçon 1
- Leren: app 1+2, unité 3

Maken: AWNNAI_3.1 exercices 1/2 + 3.3 exercices 8B/8C/8E


Mercredi 30 octobre 2024
- 3.1 Regarder: le vlog + faire exercices 1 et 2 (à la page 88)
- Révision les verbes en -er



Vendredi 1 novembre 2024
- 3.3 Grammaire I: le verbe "mettre"
(théorie + exercices 8B, 8C, 8E, aux pages 94 - 96)
- Prononciation, leçon 1
Na deze week kun je:
- vertellen over de Franse cultuur rondom films, de vlog begrijpen,
- het onreg. ww mettre vervoegen (in de présent en de passé composé)+ gebruiken in een zin,
- de meest voorkomende klinkers en de klank van de medeklinker ç correct uitspreken.
- être, avoir en de regelmatige werkwoorden op -er gebruiken in een zin

Slide 3 - Slide

Toets uit de toetsweek bespreken

Slide 4 - Slide

Unité 3: C'est qui ? C'est quoi?

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Link

Wie weet het nog? 

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Link

Slide 9 - Link

Film / Cinéma

Slide 10 - Mind map

Lundi 28 octobre 2024
- Programme P2 + celui de      cette semaine 
- Bespreking TW1
- 3.0 + 1actu1jour: Cannes
- Révision avoir/être



Les devoirs cette semaine
- Leren: avoir / être / mettre + uitspraak leçon 1
- Leren: app 1+2, unité 3

Maken: AWNNAI_3.1 exercices 1/2 + 3.3 exercices 8B/8C/8E


Mercredi 30 octobre 2024
- 3.1 Regarder: le vlog + faire exercices 1 et 2 (à la page 88)
- Révision les verbes en -er



Vendredi 1 novembre 2024
- 3.3 Grammaire I: le verbe "mettre"
(théorie + exercices 8B, 8C, 8E, aux pages 94 - 96)
- Prononciation, leçon 1
Na deze week kun je:
- vertellen over de Franse cultuur rondom films, de vlog begrijpen,
- het onreg. ww mettre vervoegen (in de présent en de passé composé)+ gebruiken in een zin,
- de meest voorkomende klinkers en de klank van de medeklinker ç correct uitspreken.
- être, avoir en de regelmatige werkwoorden op -er gebruiken in een zin

Slide 11 - Slide

3.1 Regarder
- Regarder le vlog de Julien ensemble
- Faire les exercices 1 et 2 de 3.1 dans votre livre, à la page 88
timer
15:00

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Link

Slide 15 - Link

Les verbes réguliers en -er

Slide 16 - Slide

Vervoeging verbes en -er
4 stappen:
1. haal -er van het hele werkwoord af
2. schrijf de "stam" op
3. Kijk naar het onderwerp dat bij het werkwoord hoort
4. schrijf de juiste "vervoeging" achter de "stam"

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Link

Slide 19 - Link

Lundi 28 octobre 2024
- Programme P2 + celui de      cette semaine 
- Bespreking TW1
- 3.0 + 1actu1jour: Cannes
- Révision avoir/être



Les devoirs cette semaine
- Leren: avoir / être / mettre + uitspraak leçon 1
- Leren: app 1+2, unité 3

Maken: AWNNAI_3.1 exercices 1/2 + 3.3 exercices 8B/8C/8E


Mercredi 30 octobre 2024
- 3.1 Regarder: le vlog + faire exercices 1 et 2 (à la page 88)
- Révision les verbes en -er



Vendredi 1 novembre 2024
- 3.3 Grammaire I: le verbe "mettre"
(théorie + exercices 8B, 8C, 8E, aux pages 94 - 96)
- Prononciation, leçon 1
Na deze week kun je:
- vertellen over de Franse cultuur rondom films, de vlog begrijpen,
- het onreg. ww mettre vervoegen (in de présent en de passé composé)+ gebruiken in een zin,
- de meest voorkomende klinkers en de klank van de medeklinker ç correct uitspreken.
- être, avoir en de regelmatige werkwoorden op -er gebruiken in een zin

Slide 20 - Slide

le verbe "mettre"
Je mets le beurre dans le frigo. 
Nous mettons nos livres sur notre bureau.
Elle a mis sa robe verte.

Slide 21 - Slide

le verbe "mettre"
Je mets le beurre dans le frigo. > Ik zet de boter in de koelkast.
Nous mettons nos livres sur notre bureau. > Wij leggen onze boeken op ons bureau.
Elle a mis sa robe verte. > Zij heeft haar groene jurk aangetrokken.

Slide 22 - Slide

Mettre - page 94
Mettre
NL
Je
Je mets
Ik leg
Tu
Tu mets 
Jij legt
Il / Elle / On
Il met
Hij legt
Nous
Nous mettons
We leggen
Vous
Vous mettez
Jullie leggen
Ils / Elles
Ils mettent
Zij leggen

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Spreekvaardigheid

Slide 25 - Slide