2HV Vouloir - Pouvoir


onregelmatige werkwoorden 
VOULOIR & POUVOIR
VOULOIR- POUVOIR 
1 / 27
next
Slide 1: Slide
fransVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson


onregelmatige werkwoorden 
VOULOIR & POUVOIR
VOULOIR- POUVOIR 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Welke onregelmatige werkwoorden hebben we eerder al geleerd?
(kies er 2)
A
aller
B
regarder
C
être
D
commencer

Slide 13 - Quiz

En welk nog meer?
(kies er 2)
A
parler
B
dépenser
C
avoir
D
faire

Slide 14 - Quiz

regarder, dépenser, commencer, parler zijn alle 4 regelmatig en zitten in dezelfde 'zak'.
A
vrai
B
faux

Slide 15 - Quiz

vouloir & pouvoir
-> lijken op elkaar in vervoeging van tegenwoordige tijd!

Slide 16 - Slide

Wat betekent
VOULOIR?
A
kunnen
B
mogen
C
willen
D
zullen

Slide 17 - Quiz

En wat betekent
POUVOIR?
A
kunnen
B
kunnen, mogen
C
mogen
D
moeten

Slide 18 - Quiz

Tu ne peux pas fumer ici!
A
Je mag hier niet roken!
B
Je kunt hier niet roken!
C
Je wilt hier niet roken!

Slide 19 - Quiz

Elle veut un croissant.
A
Ze mag een croissant
B
Ze wil een croissant

Slide 20 - Quiz

Ils ne veulent pas de devoirs
A
Hij kan geen huiswerk maken
B
Zij mogen geen huiswerk
C
Hij wil geen huiswerk
D
Zij willen geen huiswerk

Slide 21 - Quiz

Vous pouvez m'aider?
A
Mag u me helpen?
B
Wilt u me helpen?
C
Kunt u me helpen?
D
Gaat u me helpen?

Slide 22 - Quiz

Een hond kan niet praten
A
Un chien ne veut pas parler
B
Un chien ne peut parler pas
C
Un chien ne veut parler pas
D
Un chien ne peut pas parler

Slide 23 - Quiz

Wij mogen praten
A
Nous pouvons parler
B
On veut parler
C
Nous voulons parler
D
On peux parler

Slide 24 - Quiz

J'ai voulu
A
ik ga kunnen
B
ik heb gekund
C
ik heb gewild
D
ik wilde

Slide 25 - Quiz

Tu as pu
A
Jij kunt
B
jij mocht
C
jij hebt gewild
D
jij hebt gekund

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide