3. Vragen naar
kennis-> Geef precies antwoord op de vraag die wordt gesteld:
Bijvoorbeeld:
Waar...? - Geef aan op welke plek iets is.
Wie...? - Geef aan om welke persoon het gaat.
Waarom...? - Leg uit waarom iets gebeurt.
Hoeveel...? - Geef een aantal of een hoeveelheid.
Geef twee redenen waarom...? - Noem ook echt twee redenen.