spelling 03-11

Aai-ooi-oei woord
aai-ooi-oei- ik hoor de /j/ maar ik schrijf de i. 
1 / 10
next
Slide 1: Slide
SpellingBasisschoolGroep 4

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Aai-ooi-oei woord
aai-ooi-oei- ik hoor de /j/ maar ik schrijf de i. 

Slide 1 - Slide

Welke woorden kunnen we bedenken?

Slide 2 - Slide

aai-ooi-oei woord

Slide 3 - Mind map

Ik maaj het gras
A
goed
B
fout

Slide 4 - Quiz

Hij gooijt de bal op de grond.
A
goed
B
fout

Slide 5 - Quiz

De DJ draait een plaatje.
A
goed
B
fout

Slide 6 - Quiz

Foei, dat mag niet Blue!
A
goed
B
fout

Slide 7 - Quiz

De aap zit in een kooi.
A
goed
B
fout

Slide 8 - Quiz

Kijk uit dat je geen ijs op je trui knoejt.
A
goed
B
fout

Slide 9 - Quiz

Dictee in je schrift.

Slide 10 - Slide