Conjunctuur H3

,

Hoofdstuk 3
1 / 16
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

,

Hoofdstuk 3

Slide 1 - Slide

Wat ga je leren:
  • Consumptie als functie van het nationaal inkomen

  • De investeringen

  • Besparingen als functie van het nationaal inkomen

Slide 2 - Slide

Keynes 
Keynes: loon = koopkracht
Volgens Keynes zorgt een verlaging van de lonen voor grotere werkloosheid. 

- Werkloosheid kan bestreden worden door de loonkosten te verhogen
> Wat gebeurt er dan?
 

Slide 3 - Slide

Het model
We gaan kijken naar het eenvoudige model kijken.
Een land heeft alleen maar gezinnen en bedrijven. Het is een gesloten economie zonder overheid en buitenland. 

Het deel van het inkomen van gezinnen dat wordt uitgegeven noemen we consumptie, het deel dat niet wordt uitgegeven noemen we besparingen

Slide 4 - Slide

Formule
C = 0,75Y
C = consumptie gezinnen
Y = nationaal inkomen

0,75 is de marginale consumptiequote (c), die geeft aan welk deel van de gezinnen van iedere extra verdienede euro uitgeven aan consumptie. 

Slide 5 - Slide

Marginale consumptiequote
c = verandering van C
       verandering van Y

Slide 6 - Slide

Consumptie als functie van het nationaal inkomen

De consumptie van de gezinnen hangt af van het nationaal inkomen.


 Hoe hoger Y hoe meer consumenten willen besteden.

Algemene formule: C= cY + Co

Slide 7 - Slide

Voorbeeld

C=0.8Y+100

  • c= marginale consumptiequote  voorbeeld: 0.8
  • Co= autonome consumptie voorbeeld: 100 miljard
       De hoogte van Co is onafhankelijk van Y
  • C/Y= gemiddelde consumptieqoute

Algemene formule: C = cY + Co

Slide 8 - Slide

Opgave 3.6
C = cY + Co
C = 0,75Y + 30 miljard

Slide 9 - Slide

C = 0,75Y + 30 miljard
Hoe groot is de marginale consumptiequote?

Slide 10 - Open question

C = 0,75Y + 30 miljard
Bereken de gem. consumptiequote als Y= 500 miljard

Slide 11 - Open question

Besparingen gezinnen
Y = C + S
Inkomen = consumptie + sparen

Je kan hem ook schrijven als: S = Y - C

Slide 12 - Slide

Inkomensevenwicht
Het evenwichtsinkomen bereken je door 
EV = Y

EV = C + I 

Slide 13 - Slide

Opgave 1:

C=0,8Y+100
  I=50

EV= C+I

Gevraagd:
  1. Bereken het evenwichtsinkomen (Ye). EV=C+I
  2. Bereken de gemiddelde consumptieqoute C/Y
  3. Bereken de hoogte van de besparingen Y=C+S
  4. Leidt het evenwichtsinkomen grafish af Y=EV

Slide 14 - Slide

Ad 1. Bereken  het evenwichtsinkomen 
FORMULE: EV=C+I
                       EV= 0.8Y+100+50
                       EV= 0.8Y + 150                EV=Y
                          Y=0.8Y + 150
              Y- 0.8Y= 150
                   0.2Y= 150
                       Y= 150/0.2
                       Y= 750 miljard

Slide 15 - Slide

EV = C + I
C = 0,7 Y + 40
I = 20
Bereken het evenwichtsinkomen

Slide 16 - Open question