Assessorentraining 23-24 bijeenkomst 1

1 / 42
next
Slide 1: Slide
Pedagogisch werkMBOStudiejaar 4

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Bekijk de afbeeldingen. Welke spreekt je het meeste aan en wat zegt dit over jou?

Slide 3 - Slide

Welke van voorgaande foto's spreekt je het meeste aan en wat zegt dit over jou?

Slide 4 - Open question

Slide 5 - Slide

Wat is een examen?

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Examenopdracht: Voer een creatieve activiteit uit met een groepje kinderen op de groep.
Wat moet je weten?
Welke informatie ontbreekt?

Slide 10 - Open question

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Welke beoordelingsfouten ken je?

Slide 15 - Open question

Slide 16 - Slide

Welke beoordelingsfouten zijn jouw grootste valkuil?

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

2

Slide 19 - Video

00:38
Hoeveel keer werd de bal overgespeeld?
A
14
B
15
C
16
D
17

Slide 20 - Quiz

00:42
Is je nog iets anders opgevallen in deze video?

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Wat heb je in de afbeelding gezien?

Slide 28 - Open question

Waarnemen
6 kinderen: 1 jongen - 5 meisjes
4 steken hun hand op 
1 juf met een handpop

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Een winkelier had juist de lichten in de winkel gedoofd toen een man verscheen en geld eiste.
De eigenaar opende de kassa. De inhoud werd opgestreken en de man spoedde zich weg.
De gemeentepolitie werd onmiddellijk ingelicht.

Bewering: Een man verscheen nadat de eigenaar de verlichting in zijn winkel had uitgedaan.
A
Ja
B
Nee
C
?

Slide 33 - Quiz

Een winkelier had juist de lichten in de winkel gedoofd toen een man verscheen en geld eiste.
De eigenaar opende de kassa. De inhoud werd opgestreken en de man spoedde zich weg.
De gemeentepolitie werd onmiddellijk ingelicht.

Bewering: De overvaller was een man.
A
Ja
B
Nee
C
?

Slide 34 - Quiz

Een winkelier had juist de lichten in de winkel gedoofd toen een man verscheen en geld eiste.
De eigenaar opende de kassa. De inhoud werd opgestreken en de man spoedde zich weg.
De gemeentepolitie werd onmiddellijk ingelicht.

Bewering: De man die de kassa opende was de eigenaar
A
Ja
B
Nee
C
?

Slide 35 - Quiz

Een winkelier had juist de lichten in de winkel gedoofd toen een man verscheen en geld eiste.
De eigenaar opende de kassa. De inhoud werd opgestreken en de man spoedde zich weg.
De gemeentepolitie werd onmiddellijk ingelicht.

Bewering: Iemand deed de kassa open.
A
Ja
B
Nee
C
?

Slide 36 - Quiz

Een winkelier had juist de lichten in de winkel gedoofd toen een man verscheen en geld eiste.
De eigenaar opende de kassa. De inhoud werd opgestreken en de man spoedde zich weg.
De gemeentepolitie werd onmiddellijk ingelicht.

Bewering: de overvaller eiste geld van de eigenaar.
A
Ja
B
Nee
C
?

Slide 37 - Quiz

Een winkelier had juist de lichten in de winkel gedoofd toen een man verscheen en geld eiste.
De eigenaar opende de kassa. De inhoud werd opgestreken en de man spoedde zich weg.
De gemeentepolitie werd onmiddellijk ingelicht.

Bewering: Het verhaal gaat over een serie gebeurtenissen waarin het maar over drie mensen gaat: de eigenaar van de winkel, de man die geld eiste en een agent van de gemeentepolitie.
A
Ja
B
Nee
C
?

Slide 38 - Quiz

Een winkelier had juist de lichten in de winkel gedoofd toen een man verscheen en geld eiste.
De eigenaar opende de kassa. De inhoud werd opgestreken en de man spoedde zich weg.
De gemeentepolitie werd onmiddellijk ingelicht.

Bewering: De volgende gebeurtenissen komen in het verhaaltje voor: iemand eiste geld, een kassa werd geopend, de inhoud daarvan werd opgestreken en een man holde de winkel uit.
A
Ja
B
Nee
C
?

Slide 39 - Quiz

Slide 40 - Slide

Slide 41 - Slide

Zijn er nog vragen?
Feedback?

Slide 42 - Open question