03/10: Par. 1.3 De christelijke Kerk in West-Europa valt uiteen (Het calvinisme en contra-reformatie)
06/10: Par. 1.3 De christelijke Kerk in West-Europa valt uiteen (Contra-reformatie en barok)
10/10: Par. 1.4 Opkomst van machtige vorsten
13/10: Par. 1.4 Opkomst van machtige vorsten
18/10: Historische vaardigheden
20/10: Voorbereiden toetsweek
Herfstvakantie
01/11: Voorbereiden toetsweek
Toetsweek 1
Toetsweek periode 1:
Hoofdstuk 1
Slide 5 - Slide
Programma
1. Uitleg par. 1.3
2. Leerdoelen beantwoorden
3. Opdrachten afmaken en bespreken
4. Afsluiten
5. Kahoot
Slide 6 - Slide
Huiswerk bespreken
Stel je woont in het Duitse Rijk en bent een tijdgenoot van Luther. Je schrijft een brief naar een familielid in de Republiek. Je schrijft:
- of je eens bent of niet met de leer van Luther, en waarom.
- wat vind je van de keizer Karel V?
- je verdedigd of veroordeelt het feit dat Luther vogel vrij is verklaart.
200 woorden.
Slide 7 - Slide
Katholieke kerk
Christelijkekerk
Staat onder leiding van de Paus in Rome (vandaar ook wel: Rooms-KatholiekeKerk).
De mis (kerkdienst) en de Bijbel zijn in het Latijn.
Er staan beelden in de kerk
Slide 8 - Slide
Vanaf de 16de eeuw: kritiek op de kerk
De Katholieke kerk was streng, maar gaven het voorbeeld niet.
Priesters en monniken hadden een dubbelleven.
Paus en bisschoppen streefden naar macht en rijkdom.
Slide 9 - Slide
Reformatie (1)
Betekent hervorming/ Reformatie: afscheiding van de katholieke Kerk.
Begin van de 16e eeuw.
Toen de Kerk niet veranderde, besloot een deel van deze mensen eigen Kerken op te richten = protestantisme
Protesteren (aanhangers van de Hervorming) tegen de macht en rijkdom van de katholieke kerk.
Slide 10 - Slide
Drie oorzaken van de Hervorming
OORZAAK 1. De nieuwe belangstelling voor de Grieks-Romeinse cultuur:
onderzoekers ontdekten dat er veel fouten werd gemaakt bij de vertaling van de Bijbel.
Sommigen vonden dat veel gebruiken in de Kerk niet in de Bijbel werden genoemd.
Sommige gingen de Bijbel op hun eigen manier uitleggen.
Erasmus (humanist): zijn werk werd overal in Europa gelezen.
Hij schreef over de misbruiken in de Kerk (pausen en priesters gedroegen zich niet naar de leefregels van Jezus Christus).
Wilde met zijn kritiek de Kerk verbeteren, maar steeds meer mensen gingen zich tegen de Kerk verzetten.
Slide 11 - Slide
Drie oorzaken van de Hervorming
OORZAAK 2. Trouw aan eigen land en koning wordt belangrijker dan trouw aan de Kerk:
Met de opkomst van nationale staten was het belangrijker om trouw te zijn aan je eigen land en de koning dan de Kerk.
Vorsten wilden in hun land een scheiding tussen kerk en staat.
Sommige koningen erkenden de paus niet meer als hoofd van de Kerk (zoals in Engeland)
Slide 12 - Slide
Oorzaak 2:
Trouw aan eigen land/koning
Koning Henry VIII wil na 20 jaar huwelijk met zijn vrouw scheiden, omdat hij nog steeds geen zoon heeft. De paus geeft geen toestemming. Henry sticht zijn eigen Kerk, De Anglicaanse Kerk en is daarvan zelf het hoofd. Scheiden kan hij nu wel.
Het bezit van de Katholieke Kerk kwam in handen van de koning en zijn vrienden.
Vorsten passen principe scheiding tussen Kerk en Staat toe en eisen loyaliteit van onderdanen.
Slide 13 - Slide
Ook in Engeland verandert het geloof: 1534
Koning Hendrik VIII wilde scheiden, maar de paus staat deze scheiding niet toe.
Hendrik richt zijn eigen kerk op: het Anglicaanse kerk.
OORZAAK 3. De aantrekkingskracht van het protestantisme op verschillende bevolkingsgroepen
* Rijke burgers (gegoede burgers) hadden de handel in handen. * De adel werd armer. Daarom lieten ze de boeren nog meer belasting betalen. * De bevolking nam sterk toe = levensmiddelen werden schaarser = prijzen stegen = arme in de steden leden honger.
Slide 15 - Slide
Aantrekkingskracht op verschillende bevolkingsgroepen:
De adel: een deel van de kerkelijk grondbezit werd onder edelen verdeeld. Ze konden weer rijk worden.
Gegoede Burgerij: bewonderde de eenvoudige manier van leven en het hard werken. Zo werden ze zelf rijk.
Boeren en arme in de steden: ergerden zich aan de rijkdom van de Katholieke Kerk. De protestantse leiders namen het voor hun op.
Slide 16 - Slide
Het lutheranisme
Maarthen Luther was een duitse monnik.
Hij ontdekte dat veel instellingen en gebruiken in de kerk niet in de Bijbel werden genoemd, zoals het pausschap, het celibaat, veel sacramenten, de verering van heiligen en de handel in aflaten.
Slide 17 - Slide
Aflaten
Als je een aflaat kocht werd daarmee je zonde vergeven en je kon makkelijk in de hemel komen.
Slide 18 - Slide
Andere opvattingen van Luther waren:
De Bijbel is de enige bron van geloof
Iedereen heeft het recht om de Bijbel op zijn eigen manier uit te leggen.
De mens kan alleen in de hemel komen door echte geloof
De vorst is in elke staat het hoofd van de Kerk
Onderdanen moeten de vorst altijd gehoorzamen, ook als de vorst zich misdraagt.
Slide 19 - Slide
95 stellingen
In 1517 komt Maarten Luther met 95 korte beweringen.
Hij hoopt dat de Paus mee wil denken en de Kerk zal hervormen, maar hij wordt door de Paus in de ban gedaan.
Slide 20 - Slide
In het Duitse Rijk
Het Duitse Rijk bestond uit vorstendommen.
Boven deze vorsten stond de keizer Karel V.
Karel V verklaarde Luther vogelvrij. Dit betekent dat iedereen Luther mag doden.
Slide 21 - Slide
Karel V vs vorsten
Karel had weinig te zeggen tegen de vorsten.
Luther kreeg steun van de vorsten, want de leer van Luther was voor hen aantrekkelijk...
Slide 22 - Slide
Vier redenen waarom het lutheranisme aantrekkelijk was voor de vorsten.
Voor het lutheranisme waren:
de vorsten het hoofd van de kerk
onderdanen moesten hun vorst altijd gehoorzamen
Vorsten kregen alle bezittingen wanneer een klooster werd afgeschaft.
Duitse vorsten wilden zelf hun macht in hun vorstendommen uitoefenen.
Slide 23 - Slide
De boeren komen in 1524 in opstand
De boeren vonden in de leer van Luther de antwoorden van hun grote armode:
1. Luther wilde een einde maken aan de kerkelijke grondbezit. De boeren vonden dat de kerk en de adel hun te zwaar lasten.
2. Boeren mochten van Luther zelf de Bijbel lezen. Volgens de Bijbel is iedereen gelijk.
Luther koos echter de kant van de vorsten. De opstand werd onderdruk.
Slide 24 - Slide
➤Sleep de onderdelen naar de juiste plek
Protestant
Katholiek
Maarten Luther
De Paus
Aflaten
Bijbel in volkstaal
Latijnse kerkdienst
Sober
Beeldenverering
Reliekenverering
'Kale' kerk
Beelden in de kerk
'Magische' handelingen
Sobere handelingen
Slide 25 - Drag question
➤Luther was enthousiast over alles wat de paus en de bisschoppen deden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 26 - Quiz
Luther werd vogelvrij verklaard. Iedereen kon Luther nu doden.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 27 - Quiz
Waarom kwamen de boeren in 1524 in opstand?
A
Ze kregen steun van Luther, die vond dat de boeren in opstand moesten komen tegen de kerk en de adel.
B
Ze vonden dat de kerk en de adel hun te veel lasten oplegde en ze lazen in de Bijbel dat iedereen recht op vrijheid heeft.
C
De boeren kwamen in opstand tegen Luther, want Karel heeft hem vogel vrij verklaard.
Slide 28 - Quiz
Andere belangrijke opvattingen van Luther waren:
A
De Bijbel is de enige bron van het geloof.
B
C
De mens komt in de hemel alleen door geloof.
D
De paus is het hoofd van de kerk en je moet hem gehoorzamen.
Slide 29 - Quiz
Maarten Luther (1483-1546)
Duitse monnink die grote moeite had met de aflaten en levensstijl van de geestelijken.
Veel aanhangers in Duitsland.
Johannes Calvijn (1509-1564)
Zwitserse hervormer die vond dat beelden niet in de Kerk thuishoorden.
Veel aanhangers in Nederland.
Luther werd beïnvloed door Erasmus.
- Niet God, maar de mens centraal in het denken.
- Veel ritiek op de manier van leven van de geestelijken en de kerk in de hoop dat zij zouden veranderen.
- Calvijn werd beïnvloed door Luther. - Het begin van de Hervormde kerk. - Zijn leer wordt calvinisme genoemd.
Slide 30 - Slide
Het calvinisme: organisatie
De calvinisten organiseren zich "van onder af": iedere gemeente bestuurde zichzelf door een raad van gekozen ouderlingen.
Vraagstukken werden besproken in een kerkvergadering of synode van afgevaardigden van de gemeente.
Slide 31 - Slide
Slide 32 - Slide
De beeldenstorm
Calvinisten kwamen sneller in verzet tegen hun vorst dan lutheranen.
In de zomer van 1566 breekt in Vlaanderen de beeldenstorm uit.
Filmpje tot 1:32
Slide 33 - Slide
Slide 34 - Video
De Contra-Reformatie.
De katholieke kerk ging in tegenaanval.
De reactie van de katholieke kerk vanaf de 16de eeuw tegen de protestanten.
Wat deed de Katholieke kerk?
Slide 35 - Slide
De reactie van de katholieke Kerk: de Contra-Reformatie (1)
1. Verwijderen van misbruiken (aflaathandel en verkoop van kerkelijke banen werden afgeschaft), geen veranderingen in de leer.
Slide 36 - Slide
De reactie van de katholieke Kerk: de Contra-Reformatie (2)
2. Bestrijden van ketterijen: jezuïeten werden overal ingezet als predikers, onderwijzers en missionarissen.
De jezuïeten is een religieuze orde binnen de Katholieke Kerk. Ze wordt ook wel de Sociëteit van Jezus genoemd. Door Ignatius van Loyola gesticht in 1540.
Slide 37 - Slide
De reactie van de katholieke Kerk: de Contra-Reformatie (3)
3. Oprichten van Rechtbanken van Inquisitie: kerkelijke rechtbank, om ketters te vervolgen en straffen (marteling en de brandstapel)
Slide 38 - Slide
Vorige les...
Johannes Calvijn - calvinisme
Verschilt tussen Luther en Calvijn
Beeldenstorm
Contra-Reformatie (Verwijderen van misbruiken, bestrijden van ketterijen en Rechtbanken van Inquisitie).
Slide 39 - Slide
De Contra-Reformatie leidt tot Barok
Belangrijkste kunststijl in de 17de en 18de eeuw.
Voortzeetting van de Renaissance, maar in een uitbundiger vorm.
Bouwkunde, schilderkunst, muziek, dans en letterkunde.
Gestimuleerd door de kerk en vorsten.
Slide 40 - Slide
Gevolgen op de langere termijn (1)
Uiteenvallen van de christelijke Kerk: split in de christelijke kerk (1517) = ontstaan van de protestantsekerken (lutherse, calvinistische en anglicaanse kerken) naast de katholieke Kerk.
Slide 41 - Slide
Gevolgen op de langere termijn (2)
Ontstaan van godsdienstoorlogen: lutheranen vs. keizer Karel V (1546-1555).
- Het lukt Karel V niet om van de opstandige vorsten te winnen.
- De Vrede van Augsburg: Karel V werd gedrongen om protestanten toe te staan.
- "Cuius regio, eius et religio": wie het gebied beheerst, beheerst ook de godsdienst.
- Andere godsdienstenoorlogen: protestanten vs. katholieke in Frankrijk, de Republiek vs. Spanje.
Slide 42 - Slide
Gevolgen op de langere termijn (3)
Toenemen van godsdienstige onverdraagzaamheid: ieder zag het eigen geloof als het waren en keek neer op andere godsdiensten (bijv. katholieke vs protestanten).
Slide 43 - Slide
Gevolgen op de langere termijn (4)
Vorsten besluiten slechts één godsdienst in hun land toe te staan:
- de verschillende godsdiensten in één land maakte voor vorsten moeilijk de vrede in hun staat te bewaren.
- Het was bijna onmogelijk om een andere godsdienst te belijden.
Bijv. Hendrik V (franse koning) en Willem van Oranje probeerden vergeefs de katholieken en protestanten te overtuigen elkaar als gelijken te erkennen.
Slide 44 - Slide
Leerdoelen antwoorden
1. Hoe leidde de Contra-Reformatie tot de Barok?
2. Wat waren de gevolgen op de lange termijn van de Reformatie/Hervorming? Noem er drie en legt het uit.
timer
3:00
Slide 45 - Slide
Opdrachten maken en bespreken (2hv1)
Hoofdstuk 1, opdracht 7 en 8
Zachtjes overleggen is toegestaan.
Tijd: 15 minuten, daarna bespreken
Eerder klaar? Maak opdracht 9.
Leer de begrippen uit je hoofd.
timer
15:00
Slide 46 - Slide
Opdrachten maken en bespreken (2hv2)
Hoofdstuk 1, opdracht 7 (huiswerk van a.s. dinsdag) en 8
Zachtjes overleggen is toegestaan.
Tijd: 15 minuten, daarna bespreken
Eerder klaar? Maak opdracht 9 + Leer de begrippen uit je hoofd!