Basisstof 4: Evolutie in populaties

Thema 4: Evolutie
Basisstof 4: Evolutie in populaties
1 / 16
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 16 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Thema 4: Evolutie
Basisstof 4: Evolutie in populaties

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Uitleg basisstof 4
  • Aan het werk! 
  • Afsluiting

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Aan het eind van deze les kan ik:
  • Beschrijven hoe nieuwe soorten kunnen ontstaan;
  • Uitleggen hoe allelen in een populatie overerven;
  • Opgaven over populatiegenetica maken

Slide 3 - Slide

Enkele begrippen
Soort: De grootste verzameling van populaties waartussen effectieve uitwisseling van genen plaatsvindt of kan plaatsvinden.
Populatie: Groep organismen van dezelfde soort die zich onderling kunnen voortplanten (dus genen uitwisselen).
Populatiegenetica: Studie van de genetische veranderingen binnen een populatie onder invloed van veranderingen van de omgeving

Slide 4 - Slide

In een populatie
Genenpool: Alle erfelijke eigenschappen van een soort
Allelfrequentie: Mate waarin een allel voorkomt, waarbij alle allelen van één gen samen 1 is.

Slide 5 - Slide

Monohybride kruisingen
  • 1 eigenschap
  • Gen heeft 2 allelen (uitingsvormen): A en a
  • In de populatie heeft allel A frequentie p
  • In de populatie heeft allel a frequentie q
p + q = 1

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Regel van Hardy-Weinberg
De frequentie van allelen en genotypen in een populatie blijft constant, als:
  • De populatie zeer groot is
  • Geen uitwisseling met andere populaties
  • Geen mutaties
  • Organismen paren volgens toeval
  • Geen natuurlijke selectie

Slide 8 - Slide

Regel van Hardy-Weinberg
Binnen een (grote) populatie blijven de allelfrequenties constant als:
  • Voortplanting willekeurig plaatsvindt (toeval)
  • Er geen andere beïnvloedende factoren zijn (bv. migratie)

Ieder individu heeft 2 allelen van ieder gen in de cellen (diploïd).

Slide 9 - Slide

Regel van Hardy-Weinberg
Voorbeeld: Voor een gen bestaan allelen A en a
Stel in de populatie komt allel a 20% voor
  • Allelfrequentie van recessieve allel (a) is 0,2
  • Allelfrequentie van dominante allel (A) is 1 - 0,2 = 0,8
  • Allelfrequentie dominante allel: p
  • Allelfrequentie recessieve allel: q
p + q = 1

Slide 10 - Slide

Regel van Hardy-Weinberg
Mogelijke recombinaties na bevruchting binnen een populatie waar de allelen A en a voorkomen:

p + q = 1

Slide 11 - Slide

Regel van Hardy-Weinberg
Frequentie waarin elke combinatie voorkomt: product van de allelfrequentie van beide allelen.


Slide 12 - Slide

Regel van Hardy-Weinberg
Frequentie waarin elke combinatie voorkomt: product van de allelfrequentie van beide allelen.
  • Totale populatie = kans p2 + kans pq + kans pq + kans q2 = 1
  • Dus: p2 + 2 pq + q2 = 1


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Genetic drift
2 vormen:
  • Flessenhalseffect: Door gebeurtenis wordt populatie heel klein --> Kleinere genenpool (weinig variatie in genetische informatie). (Bijvoorbeeld jagers op een populatie)
  • Foundereffect: Klein deel van populatie vestigt zich in nieuw gebied --> Kleinere genenpool (Bijvoorbeeld Amish mensen)

Slide 15 - Slide

Aan het werk!
Wat: Opdracht 1 en 2 van het werkblad
Hoe: Voor jezelf of met je buur
Tijd: Tot het eind van de les 
Hulp: Kijk in je boek/vraag je buur/steek je vinger op
Klaar: Maak de opdrachten in je werkboek volgens de planner. Als er tijd is gaan we bespreken
Uitkomst: Het werkblad is af

Slide 16 - Slide