Algemene instructie bij de wekelijkse schrijfopdrachtDe N-term van de toets wordt mede bepaald aan de hand van de schrijfopdrachten. Dit zijn korte betogen met een stelling die te maken heeft met de stof van dit themakatern. Het schrijven van een betoog is een belangrijke vaardigheid omdat je leert hoe je uitspraken in meningen vanuit verschillende perspectieven kunt onderbouwen en weerleggen. Want zo werkt geschiedenis vaak ook: verschillende (groepen) mensen kijken op verschillende manieren naar het verleden. Wat voor de ene groep een onafhankelijkheidsoorlog is, kan voor een andere groep een vrijheidsstrijd zijn.
De basisvoorwaarden zijn:
- Je levert alle weekopdrachten in minimaal één week voor de toets (toetsdatum is nog niet vastgesteld).
- Je levert het document online in.
- Er is geen plagiaat gebruikt en
- het woordenaantal wijkt niet meer dan 10% af van de n
Het betoog heeft een vaste opbouw van vier onderdelen:1. Je introduceert de stelling;
- Bijv: "De auteur is van mening dat ..."
2. Je geeft aan of de auteur volgens jou gelijk heeft;
- Bijv: "Hier ben ik het (wel/niet) mee eens .....
3. Beargumenteer waarom hij wel of geen gelijk heeft:
- Bijv: "Ten eerste omdat ... / want ..."
4. Je trekt je conclusie:
- Bijv: "Daarom ben ik dus van mening dat ...."
De rubric voor beoordeling staat op de volgende slide