1: R) Je kent een strategie voor vermenigvuldigen en delen
2: T1) Je kan vermenigvuldigen en delen met getallen tussen 10 en 1000
3: T2) Je kan uit context een strategie bepalen met vermenigvuldigen en delen
4: I) Je kan rekenopgaven uit andere vakken indelen in het juiste rekendomein en het drieslagmodel op toepassen.