3.4:De Holocaust

• Geschiedenis
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Startopdracht:

a. Leg uit naar wie deze zoon vernoemd is.

b. Welke conclusie over de ouders kun je trekken uit deze namen?

c. Welk begrip past bij dit bericht?

3.4:De Holocaust

Deze les:

• Bespreken startopdracht
• Oefenopdrachten
• Afsluiting paragraaf 3.3
• Start paragraaf 3.4 
• Uitleg paragraaf 3.4
• Filmpje de kristallnacht
• aan de slag 

Aan het einde van deze les:

... Heb je laten zien dat je gebeurtenissen in de juiste volgorde kan zetten.

... heb je laten zien dat je de leerdoelen van paragraaf 3.3 beheerst.

Startopdracht:

a. Leg uit naar wie deze zoon vernoemd is.

b. Welke conclusie over de ouders kun je trekken uit deze namen?

c. Welk begrip past bij dit bericht?

Bij welk begrip past deze afbeelding het best? Leg je antwoord uit.

Paragraaf 3.3: Bezet Nederland

Paragraaf 3.4:

Antisemitisme in Duitsland:

Antisemitisme: Jodenhaat

Voor 1933:

• half miljoen joodse Duitsers.
• gewone burgers die afweken door hun eigen godsdienst en tradities.
• Veel Duitsers vooroordelen tegen joden, vaak al eeuwenoud.

Antisemitisme in de middeleeuwen

• Joden weken af van de normen van de kerk in de middeleeuwen.
  
• Joden vieren de Sabbat op zaterdag en sloten daarom zaterdags hun winkels ipv. op zondagen.
  
• Joden eten geen varkensvlees.
• Joden hebben hun eigen gebruiken en feestdagen die veel christenen maar raar vonden.

Antisemitisme in de middeleeuwen

Oorzaken: Uitbraken  van de pest, Joden houden zich aan hygiëne maatregelen, dit moet volgens hun geloof. Hierdoor hebben zij minder vlooien die de pest overbrengen en worden zij niet zo snel ziek. De mensen uit die tijd zagen dat anders en geloofden dat de joden de pest veroorzaakt hadden en gestraft moesten worden.

Antisemitisme in de Middeleeuwen

• speciale wetten in steden, bijv. verplicht wonen in een bepaalde wijk.
• geen lid mogen zijn van een gilde
• speciale tekens en kleding dragen

Vooroordelen:

• veel rente voor leningen vragen, joden zijn vaak bankier.
• geen eerlijk werk met de handen doen. 
• Joden zitten achter alles wat slecht was.

Nazi's en joden:

• haat tegen joden aanwakkeren
• racistisch antisemitisme
• Hitler: "jodendom is geen godsdienst maar een ras "
• Hitler: "joodse ras wil het arische ras verzwakken en vernietigen"  

Vervolgingen vanaf 1933:

• Na Hitlers machtsovername joodse Duitsers systematisch getreiterd, gediscrimineerd en geïsoleerd.
• Duitse volk opgeroepen geen joden in dienst te nemen en niets bij joden te kopen.
• openbare vernedering 

Vervolgingen vanaf 1933:

• Alle joodse ambtenaren ontslagen.
• Joden mogen niet meer in parken, zwembaden, cafés en andere openbare gelegenheden komen.
• vanaf 1935:  Rassenwetten:
• joden zijn geen Duitsers
• joden mogen niet trouwen met Duitsers

Aan de slag:

• Lees de eerste twee stukken theorie van paragraaf 3.4 en werk de eerste twee leerdoelen uit.
• Zoek verdere informatie over de holocaust, zoek in elk geval 5 belangrijke gebeurtenissen en zet deze in de juiste volgorde op een tijdlijn.