Een afleiding bestaat uit een kernwoord met een voor- of achtervoegsel dat op zichzelf meestal geen woord is.
Voorbeelden: tijdloos, werkzaam,ondankbaar.
Zulke voor- en achtervoegsels geven het kernwoord een andere betekenis.
Ook verandert vaak de woordsoort door het achtervoegsel.
meisje (zn) - meisjesachtig (bnw.)