Paragraaf 1.1, verleden, heden en toekomst

TIJD
1 / 38
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 38 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 1 min

Items in this lesson

TIJD

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Waarom hebben we een jaartelling??  
  • Ordenen
  • Overzicht 
  • Gebeurtenissen plaatsen

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Welke jaartelling gebruiken wij??
  • Weet iemand dit?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Welke jaartelling gebruiken wij??
  • De christelijke jaartelling!!
  • Beginpunt: geboorte van Jezus,                           dat is het jaar 1 !!

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Welke jaartelling gebruiken wij??

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Oefening in tweetallen! 
1 minuut de tijd!
Julius Caesar werd vermoord in 44 v.Chr!
Hoeveel jaar geleden was dit??

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Julius Caesar werd vermoord in 44 v. Chr.
Hoeveel jaar geleden was dit?

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

Uitwerking:
Vroeger: 44 v.Chr
Nu: 2024
2024 + 44 = 2068 jaar geleden !!

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Oefening, alleen! 30 seconden
Cleopatra werd geboren in 69 v. Chr. en overleed in 30 v.Chr door zichzelf te laten bijten door cobra's!
Hoe oud is ze geworden?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Cleopatra werd geboren in 69 v. Chr. en overleed in 30 v.Chr door zichzelf te laten bijten door cobra's!
Hoe oud is ze geworden?

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Uitwerking:
Geboortejaar 69 v. Chr. Overlijdensjaar: 30 v. Chr.
69 - 30 = 39 jaar !

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Eeuwen

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Uit welke eeuw is het jaartal 1912.
A
19e eeuw v.Chr
B
18e eeuw n.Chr.
C
19e eeuw n.Chr
D
20e eeuw n.Chr.

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

In welke eeuw leven wij?
A
19e eeuw
B
20e eeuw
C
21e eeuw
D
22e eeuw

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Type hier een titel
Koppel het tijdvak aan de juiste naam!

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Monniken en ridders 
TV 
en computer 
Pruiken en Revoluties
Burgers en stoommachines
Grieken en Romeinen
Ontdekkers en hervormers 
Wereldoorlogen 
Regenten en vorsten 
Steden en staten
Jagers en Boeren 

Slide 16 - Drag question

This item has no instructions

Prehistorie
Oudheid
Middeleeuwen
Vroegmoderne tijd
Moderne tijd 

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Type hier een titel
Zet de tijdvakken in chronologische volgorde!

Slide 18 - Slide

This item has no instructions



  • Waar zitten we nu?
  • Wat gaan we dit jaar behandelen? 

Slide 19 - Slide

This item has no instructions


Jagers-verzamelaars 
Periode: prehistorie
Tijdvak 1: tot 5000 v.Chr
Tijdvak 1: Jagers en boeren 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

De eerste mensen
  • Homo betekent mens

  • Homo habilis: 'handige mens' (2,1 - 1,5 miljoen jaar geleden)

  • Homo erectus: 'rechtopgaande mens' (1,9 miljoen - 140.000 jaar geleden)

  • Homo sapiens: 'wijze mens' (200.000 jaar geleden tot nu)

  • Homo neanderthalensis: 'Neanderthaler' (275.000 - 20.000 jaar geleden) 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

15.000 v. Chr.
  • Laatste stuk van de laatste IJstijd

  • Nederland was voor een groot deel toendra: gras, mos en lage struiken

  • Wilde dieren: mammoeten, wolven, paarden en rendieren

  • Er woonden ongeveer 1000 mensen in Nederland

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Prehistorie
  • Historie = geschreven geschiedenis
  • Pre= voor
  • Prehistorie= tijd voordat mensen konden schrijven 

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Slide

Muurschilderingen kwamen al voor in de prehistorie! Omdat er toen nog geen schrift bestond was dit de enige manier om verhalen vast te leggen. Een goed voorbeeld hiervan zijn de grotten van Lascaux.
5

Slide 26 - Video

This item has no instructions

01:22


De eerste mensachtigen woonden in Afrika.
Waarom juist in dit deel van de wereld?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

01:58


De naam homo sapiens betekent 'wijze mens'.
Waarom is deze naam goed gekozen?

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

02:43

Homo sapiens verlaat Afrika,
terwijl het klimaat toch beter wordt.
Waarom zouden ze dan tóch ergens anders naartoe gaan?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

04:03
Wat is juist?
A
De Cro-magnonmens is een homo sapiens
B
De Neanderthaler is een homo sapiens

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

05:29
Homo sapiens en Neanderthaler hebben
samen kinderen gekregen.
De moderne mens heeft daardoor een
paar dingen van de Neanderthaler meegekregen.
Welke denk je dat het is?
A
Sommige mensen hebben heel veel lichaamshaar.
B
Sommige mensen hebben geen kin.
C
Sommige mensen hebben rood haar.
D
Sommige mensen kunnen goed jagen.

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Australopithecus
Homo habilis
Homo erectus
Homo neanderthalensis
Homo sapiens

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

Grotten van Lascaux

  • Heel bruikbaar voor de historici.
  • Ongeschreven bron, het geeft beeld van dieren uit deze tijd en de kunst van het tekenen. 

Slide 33 - Slide

This item has no instructions

Bekijk de 360˚video.

In welk land is deze grot? Sleep de afbeelding van het land naar de grottekening.

Slide 34 - Drag question

This item has no instructions

Jager-verzamelaars
  • Leven van de natuur

  • Mannen: jagen (ook: vissen)

  • Vrouwen: verzamelen van bessen, noten enz.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Jager-verzamelaars
  • Leven in kleine groepen (ongeveer 30-50 mensen)

  • Geen vaste woonplaats: nomaden

  • Trekken achter hun eten aan
  • Eenvoudige woningen: hutten/grotten

  • Weinig bezittingen

Slide 36 - Slide

This item has no instructions

Ötzi als ijsmummie
Reconstructie van Ötzi

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

  • Opdracht:
  • Ga aan de slag met de introductievragen van het werkboek hoofdstuk 1. 
  • Geen boek? Klik op opdracht beantwoorden en maak de vragen in het bestand.
  • Klaar? Ga verder met werkboek 1.1
  • Extra opdracht:
  • Ieder tweetal krijgt een envelop met 5 kaartjes (periodes).
  • Zorg dat van ieder kaartje wat rond gaat 1 kaartje in je envelop gaat (totaal 35 kaartjes)

Slide 38 - Slide

This item has no instructions