P3 HS4 Tweede wet van Newton Fres=m x a

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Talking physic's  

Heeft de Fres invloed op de beweging?

2e Wet van Newton

Resultante F

•  voortstuwende kracht die nodig is om vooruit te komen en versnellen. 
•  
  

Fres zorgt voor een Versnelde beweging

F​res​​=F​duw​​−F​w​​

Heeft de massa invloed op de versnelling?
Wat zou traagheid zijn?

De resultante laat de snelheid veranderen

De resultante laat de snelheid veranderen

Leerdoelen

1. R Je kunt het verband uitleggen tussen de massa en de traagheid van een voorwerp.

2. R Je kunt het verband toelichten tussen de resultante, de massa en de versnelling.

 

Leerdoelen

T1  Je kunt berekeningen uitvoeren met de tweede wet van Newton: F = m ∙ a

 

De resultante laat de snelheid veranderen

Traagheid 

•  Hoe groter de massa van een voorwerp, des te moeilijker kun je de snelheid of de bewegingsrichting veranderen.         
•  Een voorwerp met een grote massa heeft een grote traagheid.
  

Er is een grote resultante nodig om de snelheid of de bewegingsrichting merkbaar te beïnvloeden.

Traagheid

Instructie 

T1 vraag

blz 32

T2 vraag

blz 31

T2 vraag

blz 34

• leerdoel: Remmen, remkracht, 2e wet van N

Welk verband bestaat er tussen de resultante, de massa en de versnelling?

1. Fres = 0N
2. Fres = m/a
3. Fres = m ∙ a
4. Fres = m ∙ g

Hoe luidt de definitie van de newton (N), de eenheid van kracht?

1. N = 1 kg ∙ 1 m/s2.
2. N = 1 kg
3. N = 9,81 kg
4. N = 1kg ∙ 9,81 N/kg

Waardoor kan een motor meestal veel sneller optrekken dan een personenauto?

1. motor is krachtiger
2. massa is kleiner
3. door de traagheid
4. motor is sneller

Waardoor kan een motor meestal veel sneller optrekken dan een personenauto?

1. motor is krachtiger
2. massa is kleiner
3. door de traagheid
4. motor is sneller

Azan en zijn scooter hebben een massa van 160 kg. De versnelling is 4m/s2.

1. Fres = 1600 N
2. Fres = 640 N
3. Fres = 40 N
4. Fres = 154 N

Instructie 

Maak een test jezelf (par1 of 2) (NOVA digitaal)

Leer voorbeeldopdracht uit je hoofd: blz 31 t/m 33 (HAVO)

blz  23 en 24 (VWO)

Maak opdrachten: 1 t/m 6 blz  35   (HAVO)

7 en 8 blz 28 (VWO)

Instructie 

Maak aub OEFEN PW 

PTO 3 is over 2 weken.

Controlevragen

1. a.
2. b.
3. c.
4. d.

Aan de slag

Nabespreking

Begrippen uit deze les

Begrippen uit deze les

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen