Mijn proefles

Welke notatie is juist? 
€ 123.456,00
€ 123,456,00
12,4%
12.4%
timer
0:40
12,4 procent
€ 123.456.00
1 / 19
next
Slide 1: Drag question
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes.

Items in this lesson

Welke notatie is juist? 
€ 123.456,00
€ 123,456,00
12,4%
12.4%
timer
0:40
12,4 procent
€ 123.456.00

Slide 1 - Drag question

Een punt schrijf je bij ...
timer
0:40
timer
0:30
A
tientallen
B
honderdtallen
C
duizendtallen
D
bij het afronden op decimalen

Slide 2 - Quiz

 =             :             x 
Hoe ziet de formule voor het berekenen van percentages eruit? 
timer
0:40
percentage
100 
Te berekenen aantal of bedrag
totaal

Slide 3 - Drag question

Hoeveel procent van de oude prijs betaal je wanneer er 35% korting wordt gegeven?
timer
0:30
A
35%
B
45%
C
55%
D
65%

Slide 4 - Quiz

Een rokje kost €60. Je krijgt 10% korting. Hoeveel kost het rokje nu?
timer
0:30
A
€ 6
B
€ 54
C
€ 56
D
€ 66

Slide 5 - Quiz

Een mobiele telefoon die € 400 kostte, is nu afgeprijsd naar € 300. Hoeveel procent korting is er gegeven?
timer
0:50
A
B
C
D

Slide 6 - Quiz

Een pen kostte € 1,40, maar is nu 25% duurder. Wat kost de pen nu?
timer
1:00
A
€ 1,45
B
€ 1,55
C
€ 1,65
D
€ 1,75

Slide 7 - Quiz

Een kaartje voor de Efteling kost € 38. Er wordt 15% korting gegeven, hoeveel korting krijg je dan?
timer
1:20
A
€ 3,80
B
€ 5,70
C
€ 7,60
D
€ 32,30

Slide 8 - Quiz

Een winkelier koopt een fiets in voor € 140. Hij wil 30% winst maken. Hoeveel bedraagt zijn winst?
LET OP!
Geef een juiste notatie bij het antwoord. 
timer
0:50

Slide 9 - Open question

Vul de formules in
Weekbedrag    =                            x                     : 

Maandbedrag  =                            x                    : 
timer
0:40
Weekbedrag
Maandbedrag
52
12
52
12

Slide 10 - Drag question

Ik verdien € 38.376 per jaar. Hoeveel verdien ik per week?
timer
0:40
A
€ 738
B
€ 767,52
C
€ 735,98
D
€ 768

Slide 11 - Quiz

Je zakgeld is € 26,50 per maand
timer
0:40
A
dit is per week € 6,12
B
dit is per week € 6,63
C
dit is per dag € 0,88
D
dit is per dag € 0,85

Slide 12 - Quiz

Ik werk 15 uur per week. Ik verdien € 9,50 per uur. Hoeveel verdien ik per maand?
timer
1:00
A
€ 142,50
B
€ 570
C
€ 617,50
D
€ 475

Slide 13 - Quiz

Joep krijgt per maand € 25 zakgeld. Hij verdient als afwashulp € 27,30 per week. Eens in de 2 weken verdient hij € 15 met tuinieren. Hoeveel inkomsten heeft Joep per maand?
timer
1:00
LET OP!
Geef een juiste notatie bij het antwoord. Gebruik een Euroteken, rond af op 2 decimalen.

Slide 14 - Open question

Wat is de juiste manier om het gemiddelde te berekenen?
timer
0:30
A
Het totaal van alle getallen : het aantal getallen
B
Het totaal van alle getallen x het aantal getallen

Slide 15 - Quiz

Wat is het gemiddelde?
timer
0:40
A
5
B
2
C
3
D
4

Slide 16 - Quiz

Bereken het gemiddelde per rijtje cijfers
6,6    5,7    3,4    9,1
6,0    5,9    6,5    1,7
14     0,1     11,5    0,1
6,2
5
5,4
6
timer
1:20
6,4
Sleep het juiste antwoord naar het gekleurde vakje 
5,2

Slide 17 - Drag question

Je wilt graag een auto kopen. De auto kost € 18.500. Je hebt al € 10.000 gespaard en je verdient per maand €500. Hoeveel tijd moet je nog geld reserveren?
Bereken je antwoord eerst in maanden, om vervolgens het juiste antwoord te kunnen kiezen
timer
1:00
A
1 jaar en 5 maanden
B
1 jaar en 7 maanden
C
2 jaar en 5 maanden
D
2 jaar en 7 maanden

Slide 18 - Quiz

Wat vonden jullie van deze vragen?

Slide 19 - Mind map