This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Herhaling serie en parallel
Slide 1 - Slide
In een serieschakeling is de stroomsterkte ........ de spanning ........... en de vervangingsweerstand kan worden berekend door .........
A
gelijk, verdeeld zich, optellen.
B
gelijk, overal gelijk, breuken optellen.
C
verschillend, verdeeld zich, optellen
D
verschillend, overal gelijk, breuken optellen
Slide 2 - Quiz
In een parallelschakeling is de stroomsterkte ........, is de spanning ....... en is de vervangingsweerstand te berekenen door.......
A
gelijk, verdeeld, optellen
B
verdeeld, verdeeld, optellen
C
verdeeld, gelijk, breuken optellen
D
gelijk, gelijk, breuken optellen
Slide 3 - Quiz
Tom: bij een parallelschakeling kun je de lampjes apart aan en uit doen. Toos: bij een serieschakeling kun je lampjes apart aan en uit doen. Wie heeft gelijk?
A
Geen van beide
B
Alleen Tom
C
Alleen Toos
D
Tom en Toos hebben allebei gelijk
Slide 4 - Quiz
Sleep het begrip naar de juiste afbeelding.
Serieschakeling
Parallelschakeling
Slide 5 - Drag question
Serieschakeling
Parallelschakeling
Spanning verdeeld
Stroomsterkte verdeeld
Spanning gelijk
Stroomsterkte gelijk
Slide 6 - Drag question
Gemengde schakeling
Slide 7 - Slide
Gemengde schakelingen
Bereken de totale weerstand:
10Ω
20Ω
20Ω
40Ω
10Ω
Slide 8 - Slide
antwoord gemengde schakeling
Slide 9 - Open question
Gemengde schakeling
Rtot 2 & 3 = .... Ohm
0,5-
0
2,0
3,0
4,5
9,0
Slide 10 - Drag question
Voorspel wat er met de andere lampjes gaat gebeuren als lampje B stuk gaat. (hoe loopt de stroom?)
Gemengde schakeling
A
Lampje C en D branden ook niet.
B
Lampje C brandt ook niet meer.
C
Lampje A en C branden ook niet meer.
D
Alle lampjes branden nog.
Slide 11 - Quiz
Hiernaast staat een gemengde schakeling met 5 precies dezelfde lampjes. De stroom door lamp 3 is 0,40 A. Hoe groot is de stroom door lamp 4 en 5.
A
0,40 A
B
0,20 A
C
0,80 A
D
Is niet te zeggen.
Slide 12 - Quiz
Hiernaast staat een gemengde schakeling met 5 precies dezelfde lampjes. De stroom door lamp 3 is 0,40 A. Hoe groot is de stroom door lamp 1 ?