09-03 3V Herhaling werkwoorden, lidwoorden en persoonlijke voornaamwoorden

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Wiederholung Verben, Personalpronomen
und Lernbox Kapitel 3 Lektion 3 +6

Noem de 9 persoonlijke voornaamwoorden in het Duits!

(Het) ist gemütlich.

1. Sie
2. Er
3. Es
4. Ich

Onregelmatige werkwoorden: sein + haben

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie/Sie

bin

bist

ist

sind

seid

sind

sein

sein

Wir 

Ich 

Du

Er

Ihr

Sie/sie 

Tekst

habe 

hast 

hat

haben

habt

haben

Schnitzel (is) lecker.

1. bist
2. bin
3. seid
4. ist

Ich (ben) Vegetarier.

1. ist
2. bin
3. bist
4. sein

Schrijf de stam van het werkwoord trinken op?

Schrijf de stam van machen op?

Regelmatige werkwoorden: wohnen

werkwoord: wohnen, stam: wohn

ich wohn e

du wohn st

er/sie es wohn t

wir wohn en

ihr wohn t

sie wohn en

Sie wohn en

Herhaling regelmatige werkwoorden

• STAM: werkwoord -en  wohnen - wohn
• Ezelsbruggetje: (F E) E ST T EN T EN                    (en: idewis)
  
  
• Stam eindigend op sis-klank (s/ss/x/sch/ß/z) --> du alleen t, z. B. tanzen,  reisen:          stam tanz dus:du tanzt
  
  
• Stam eindigend op -d/-t --> du, er/sie/es + ihr krijgen een extra -e voor de esttenten-uitgang, z. B. baden: du badest, er/sie/es badet, ihr badet

Ich (feiern = vieren) heute meinen Geburtstag.

1. feier
2. feiere
3. feierne
4. feiernen

Das (vinden) ich köstlich.

1. finden
2. findest
3. finde
4. findet

Du (machen)... Hausaufgaben.

1. mache
2. machst
3. macht
4. machen

0

Bezittelijke voornaamwoorden

Sleep naar de juiste vertaling!

mijn

zijn

jouw

ons

haar

jullie

hun

uw

dein-

mein-

euer-

sein-

ihr-

Ihr-

ihr-

unser-

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord:

(Mijn) Lieblingsfest ist Weihnachten.

1. Meine
2. Mein
3. Kein
4. Meinen

Vertaal:
Beste Mark,

Vertaal:
Beste Meike,

Vervoeg het bezittelijk voornaamwoord:

(Mijn) Lieblingsparty ist mein Geburtstag.

1. Meine
2. Meiner
3. Mein
4. Meines

Vertaal:
Hoe gaat het met jou?

Vertaal:
Met mij gaat het goed.

Vertaal:
Met mij gaat het slecht.

Vertaal:
Ik ben ziek.

Vertaal:
Ik ben verkouden.

Vertaal:
Ik ben bij de dokter geweest.

Vertaal:
Ik heb keelpijn.

Vertaal:
We vieren samen met de hele familie.

Vertaal:
Ik verheug me (oftewel: kijk ernaar uit) om jou te zien.

Vertaal:
Ik wens je

Vertaal:
Het beste!

Vertaal:
Groetjes,

Wat vind je nog lastig?