3.2 wat levert het op (v2)

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je tablet eruit (niet opstarten)
3. Pak je werkboek, rekenmachine en pen.
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.
1 / 28
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3,4

This lesson contains 28 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Startopdracht les
1. Zet je tas op de grond.
2. Pak je tablet eruit (niet opstarten)
3. Pak je werkboek, rekenmachine en pen.
3. De rest van tafel.
4. Wacht rustig tot dat we starten.

Slide 1 - Slide

Economie 
Economie 

Slide 2 - Slide

Wat gaan we doen?
  1. Terugblik vorige les - voorkennis her activeren lesstof
  2. Huiswerkcontrole
  3. Uitleg Hoofdstuk 3 - paragraaf 2 blok 1
  4. Zelfstandig werken paragraaf  2
  5. Uitleg Hoofdstuk 3 - paragraaf 1 - blok 2
  6. Zelfstandig werken  paragraaf 2
  7. Afsluiting

Slide 3 - Slide

De online omgeving
        Lesson up                                                Teams

Slide 4 - Slide

Hoofdstuk 3
Ben jij ondernemend?




3.1 Wat zijn de kosten?
3.2 Wat levert het op?
3.3 Vraag en aanbod.
3.4 Macht op de markt?

Slide 5 - Slide

Leerdoelen
3.1
Aan het einde van deze les weet je...
... wat produceren is.
...  wat de productiefactoren zijn. EN hoe je deze kan herkennen.
... Wat vaste en variabele kosten zijn. (voorbeelden + verschillen).
... Wat brutowinstopslag is.

Rekenen:
heb je opgeschreven de formules.
... hoe een afschrijving te berekenen.
... hoe een kostprijs te berekenen.
... hoe consumentenprijs te berekenen.
.. hoe van incl naar excl en andersom te rekenen.



Slide 6 - Slide

Bereken de kostprijs voor een autoband
Vaste kosten € 7,5 miljoen
Variabele kosten € 2 miljoen
Aantal autobanden 100.000 stuks
Wat is de kostprijs

Slide 7 - Open question

Ik heb een auto van 10.000 euro gekocht. Na een 10 jaar is hij nog 500 euro waard. Wat is de afschrijving per jaar?

Slide 8 - Open question

Apple airpods kosten 55 euro om te produceren.
Apple hanteert een brutowinstmarge van 80% over de kostprijs.
Bereken de brutowinstmarge van de kostprijs en consumentenprijs in euro's

Slide 9 - Open question

Bereken de prijs exclusief btw.
prijs inclusief btw € 1,37 (btw 9%)
prijs exclusief btw € ...

Slide 10 - Open question

De prijs exclusief 21% €2.662, wat is de prijs inclusief btw.

Slide 11 - Open question

Bereken de prijs exclusief btw.
prijs inclusief btw € 29,95 (btw 21%)
prijs exclusief btw € ...

Slide 12 - Open question

Huiswerk
timer
8:00
Wat ga je doen
Controle antwoorden
+ vragen stellen 
Hoe ga je dit maken?
Keuze 1 :
Klassikaal vragen stellen en nakijken

Keuze 2:
Zelfstandig nakijken via teams antwoorden
Ben je klaar?
Bekijk alvast paragraaf 2.2
LET OP! 
Stoplicht

Slide 13 - Slide

Hoofdstuk 3
Ben jij ondernemend?




3.1 Wat zijn de kosten?
3.2 Wat levert het op?
3.3 Vraag en aanbod.
3.4 Macht op de markt?

Slide 14 - Slide

Leerdoelen
3.2
Aan het einde van deze les weet je...
...  wat de begrippen omzet, inkoopwaarde, brutowinst, bedrijfskosten en nettowinst (resultaat) betekenen en hoe deze te herkennen.
...Wat arbeidsproductiviteit is en door wat deze kan veranderen.
...wat productiecapaciteit is en door wat  deze kan veranderen.


Rekenen:
heb je de formules opgeschreven en geoefend
... nettoresultaat berekenen.
... arbeidsproductiviteit berekenen




Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Begrippen
  1. Omzet = verkoopopbrengst -> al het geld dat je van de klant/consument ontvangt.
  2. Inkoopwaarde = het totaal aan geld dat je uitgeeft tbv je productie, je winkelvoorraad. 
  3. Brutowinst = De 'bijna' winst. Het geld dat je overhoudt na het betalen van de inkoopkosten.

  4. Bedrijfskosten = De kosten die er altijd zijn. Hoe hoog je productie of hoeveel producten je inkoopt.  vb. Arbeidskosten.
  5. Nettoresultaat = De winst van het bedrijf. Het geld dat overblijft of tekort is  nadat alle kosten zijn betaald. Het geld dat het bedrijf heeft verdient of verliest. (winst/verlies)

Slide 17 - Slide

Maakwerk
timer
10:00
Wat ga je doen
Maken paragraaf 2
opdrachten 1 t/m 4

Hoe ga je dit maken?
Zelfstandig

Vragen? kom naar de uitleg tafel.
1 per keer
Ben je klaar?
Bekijk en maak de rest.
LET OP! 
Stoplicht

Slide 18 - Slide

rustmoment
timer
5:00

Slide 19 - Slide

Formules
hoofdstuk 3 - paragraaf 2

Slide 20 - Slide

Nettoresultaat  
Omzet
Inkoopwaarde –
Brutowinst
Bedrijfskosten -
Nettoresultaat

Slide 21 - Slide

Arbeidsproductiviteit
  • arbeidsproductiviteit
  • productie per persoon in een bepaalde tijd   (dus hoeveel produceert één werknemer)
  • - om zoveel mogelijk winst te behalen, wil je een zo'n hoog mogelijke arbeidsproductiviteit

  • arbeidsproductiviteit verhogen door:
  • technologische ontwikkeling, zoals automatisering en mechanisering
  • betere arbeidsverdeling (wie doet wat, specialisatie)
  •  scholing
  • prestatiebeloning (bonus)

    FORMULE -> arbeidsproductiviteit = totale productie per periode : aantal werkenden

Slide 22 - Slide

Maakwerk
timer
20:00
Wat ga je doen
Maken paragraaf 2 
opdrachten afmaken
Hoe ga je dit maken?
Zelfstandig

Vragen? kom naar de uitleg tafel.
1 per keer
Ben je klaar?
Kijk alvast vooruit naar hoofdstuk 3 rekenparagraaf  blz 96
LET OP! 
Stoplicht

Slide 23 - Slide

Afsluiting

Slide 24 - Slide

Hoe vond je de les?
😒🙁😐🙂😃

Slide 25 - Poll

De volgende les wil ik graag....
Meer uitleg
Meer zelfstandig werken
Meer afwisseling in de les
Meer iets actiefs doen
Meer uit het werkboek werken

Slide 26 - Poll

Huiswerk

Neem je spullen mee!!


paragraaf 2hoofdstuk 3

Slide 27 - Slide

Eindopdracht les
  1. Pak je spullen in.
  2. Blijf zitten
  3. Wacht rustig tot de bel.
  4. Schuif je stoel aan de bel gaat.

Slide 28 - Slide