vmbo-b wi: GR10 H8 8.1 1-16

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Wat bereken je bij deze opgave?

1. oppervlakte
2. omtrek
3. inhoud

Wat bereken je bij deze opgave?

1. oppervlakte
2. inhoud
3. omtrek

oppervlakte

• lengte x breedte (rechthoek)
• lengte x breedte : 2 (driehoek)
• cm2 of m2 of ha

inhoud

• lengte x breedte x hoogte (balk en kubus)
• met een formule
• cm3 of m3 of liter of dl of ml

Welke ruimtefiguren zie je NIET op de foto?

1. prisma
2. kegel
3. bol
4. piramide

Welke ruimtefiguren zie je op de foto?

1. kubus
2. balk
3. piramide
4. prisma

1. figuur a
2. figuur b
3. figuur c

Hoeveel hoekpunten heeft een balk?

1. 2
2. 4
3. 6
4. 8

Hoeveel vlakken heeft een kubus?

1. 2
2. 4
3. 6
4. 8

Hoeveel ribben zijn 3 cm?

1. 2
2. 4
3. 6
4. 8

Wat is de oppervlakte van vlak ABFE?

1. 3 x 2 = 6 cm2
2. 3 x 1,5 = 4,5 cm2
3. 2 x 1,5 = 3 cm2

Wat is de oppervlakte van vlak BCGF?

Wat is de totale oppervlakte van de balk?

Wat is de inhoud van de balk?

1 liter is hetzelfde als

1. 1 dm3
2. 1 cm3
3. 1 m3
4. 1 mm3

Om de inhoud in liters van de doos te berekenen,

1. maak je eerst overal m van
2. doe je 20 x 0,5 x 25
3. maak je eerst overal cm van
4. maak je eerst overal dm van

Wat is de inhoud in liters van de doos?

Thimo heeft een bijbaan. Hij krijgt een vast bedrag van 4,50 euro en verdient 5,25 euro per uur. Maak de woordformule die bij dit verband hoort.

Maak de woordformule bij de tabel.

Ik weet wanneer ik oppervlakte en wanneer ik inhoud moet berekenen.

Ja

Meestal

Soms

Nee